In Ronse ligt een streep – WK 1963

Er galmt nog steeds een luide echo
die koppig weigert te gaan liggen
in het hoofd van de oude keizer.

's Nachts woelt hij zich de benen bloot,
wijkt uit naar links uit pure nood,
want voelt de schaduw van verraad.

Dan kwakt hij hem, de Brutus van weleer,
De groene slang, vermomd als leeuw
Voorgoed de koude nadar in.

Hij fotoshopt daarbij zijn wiel voorgoed
voorbij de flinterdunne grens
van zoete wraak en eeuwige wens.

Maar als gedoemde Sisyphus wordt hij
maar zelden wijzer, voelt hij de droom
als lood, het leven als oud ijzer.

Moet Nini hem uit zelfbehoud van zich
af gaan duwen; de keuze tussen bed en
vloer of een verloren kluwen.

Soms schrikt ze wakker, klinkt een kreet
van merg en been en spijt; dan oogt
haar Rik een zuil van zout die jankt en jankt ...

B-E-H-E-Y-T


Herman Laitem