ik kan geen afscheid nemen
van bloesems in het voorjaar
de potpourri die erop volgt,
de lagen groen die met
mekaar in concurrentie gaan,
de Vlaamse voorjaarskoersen
hoewel, wat is die adoratie waard
die teert op krakkemikke wegen,
een rot gebit en brokkeltanden,
een volk dat van kassei en kavels
die pijn doen aan de ogen
een favoriete landschap maakt
geef mij dan maar de wulpse lijn
van heuvelruggen achter Luik,
het knappe lijf van Lombardije,
een oksel van de Alp, een tiet
van Dolomiet, daar schuilt de
ware erotiek die doet verblijen
Herman Laitem
Remco en Cian
Als Remco en Cian straks
strijden om de zege
in een monument
of grote ronde
weet ik voor wie ik
supporteren moet,
een zus van de opa
van Cian is de weduwe
van een broer
van mijn vader,
zo simpel is het dus:
verschijnt Cian weer
eens in de media
dan denk ik
aan mijn tante Mária
Miel Vanstreels
Fatwa voor een fietsendief
Alle onderdelen van mijn gestolen
mobiliteit zullen aantreden
als een leger van spaken dat zich
onbarmhartig door je leden boort
en het schijnbaar onscheidbare
paar van man en fiets knalt
zonder remmen tegen de muur.
Ik hoor een nek die kraakt.
Eén voor één worstelen je geliefden
met braakneigingen. Ze scheuren
zich voorgoed van je af.
Probeer om te keren.
DE ZEGEN KOPECKY
Vanmiddag in geboortedorp Denderleeuw
aspirantjes onder 15 aan het werk gezien
in hun speelse strijd voor nationale truien:
kleurrijke elfjes uit Alice in Wonderland
met flink wat opwippende paardenstaarten
in een schichtige cadans over steentjes en asfalt,
een bont gekleurde groep kleine Kopecky-tjes.
Want laten we wel wezen: met Lottes race
naar de wereldtitel op de weg in Glasgow
zal menig jong meisjeshart zijn opgesprongen
naar een blitse koersfiets met fonkelende wielen,
zij is een onklopbare zegen voor al wie ook maar
hoopt ooit in haar soepele pedaaltred te treden,
zij speelde ridder of mis in Scottstreet maar dan
als een vrouwelijke Ivanhoe van Sir Walter Scott,
Monrosestreet zag hoe bij haar laatste passage
een wolk vol rode rozen uit haar wielen waaide nadat zij
zich eerder in deze sensationele week op de piste
al tot the one and only Queen had gekroond.
Ver oostwaarts over het Kanaal zat Yvonne Reynders
op televisie naar dit spektakelstuk te kijken en zal ze
een regenboogkleurige traan hebben weggepinkt.
Net als de dichter trouwens.
REMCO BRAVEHEART
Evenepoel wint WK-tijdrijden in Stirling
Het Schotse landschap plooit zich dubbel
naar de zoveelste krachtexplosie van de renner
die militaristisch de aero-kogel wordt genoemd maar
vredevol en ongewapend door het leven koerst en
wel de chrono met panache aan flarden rijdt.
Reus Ganna verslikt zich in een fletse pasta
wanneer hij merkt hoe Remco beheerst
zijn hand uitsteekt naar een glaasje single-malt,
de lokale godendrank met gouden aureool
die in zijn pas verworven medaille glanst.
De immer verbazende held van Schepdaal tovert
eens te meer een metamorfose uit zijn helm
die good old Ovidius doet blozen in zijn pen:
eerste Belg ooit en er bovenop ook de jongste
om een jaar lang de wereldtijdrit als een zegescalp
regenbooggekleurd aan de tricolore trui te breien.
Federico Bahamontes
Door groen omgeven, met
halverwege een flauwe bocht
de oprit van de baileybrug
over het Albertkanaal,
't was mijn Galibier,
mijn Tourmalet,
mijn Izoard,
ik was er
de Adelaar van Toledo
die ze een voor een
uit de wielen
danste,
Gaul, Anquetil, Rivière,
Baldini, Anglade,
op een mistige ochtend
ramde een vrachtschip
een houten pijler:
de brug brak & viel
met al mijn bergen
in het water
Miel Vanstreels
Bahamontes
- Federico van T-olé-do -
In de arena van het hooggebergte zal hij para siempre
de grootste toreador blijven, deze klimmende El Cordobes
op twee rubberen bandjes die zich op de hete flanken
van de Puy de Dôme tooide met lava van de Auvergne
als een lauwerkrans van heet zweet om het hoofd.
Het sierlijk golvend haar, de ogen van vuur,
de pezige benen waar maar geen eind aan komt,
de lange spieren als soepele bruingebrande lianen
in een oerwoud van wentelende wielen,
deze koersadelaar met shirtpluimen van wol en
de ijzeren klauwen rond het glanzend kromstuur,
zijn lichaam ongenadig heersend in de strijd bergop.
En dan het ballet van koerssacrale namen op de borst:
Margnat-Paloma, Faema-Guerra, Terrot-Hutchinson,
met als gevleugelde uitschieter het team van 1959:
Tri-col-filina-Coppi/Condor-Kas. Colcondor pur sang.
Ze staan hoog en fier in het granieten lijf van Alpen en
Pyreneeën geschreven, elke dag opnieuw weerklinkt
op de Mont Faron de echo van hun goddelijke klanken.
Willie Verhegghe
In de arena van het hooggebergte zal hij para siempre
de grootste toreador blijven, deze klimmende El Cordobes
op twee rubberen bandjes die zich op de hete flanken
van de Puy de Dôme tooide met lava van de Auvergne
als een lauwerkrans van heet zweet om het hoofd.
Het sierlijk golvend haar, de ogen van vuur,
de pezige benen waar maar geen eind aan komt,
de lange spieren als soepele bruingebrande lianen
in een oerwoud van wentelende wielen,
deze koersadelaar met shirtpluimen van wol en
de ijzeren klauwen rond het glanzend kromstuur,
zijn lichaam ongenadig heersend in de strijd bergop.
En dan het ballet van koerssacrale namen op de borst:
Margnat-Paloma, Faema-Guerra, Terrot-Hutchinson,
met als gevleugelde uitschieter het team van 1959:
Tri-col-filina-Coppi/Condor-Kas. Colcondor pur sang.
Ze staan hoog en fier in het granieten lijf van Alpen en
Pyreneeën geschreven, elke dag opnieuw weerklinkt
op de Mont Faron de echo van hun goddelijke klanken.
Willie Verhegghe
JEROM VAN DER POEL EN EEN MAGISTRALE KOPECKY
Er hing een regenboog over Glasgow,
symbolischer kon het niet in deze strijd
om een trui die boven alle andere uitsteekt.
Het werd een finale met topmuziek uit tulpenland
als toepasselijk hulpje bij het spannend koersverloop:
de sterkte van Boudewijn De Groot’s eenzame fietser,
Ramses Shaffy die Mathieu influistert door te gaan
wanneer deze in een bocht tegen de grond gaat.
Ook de Vliegende Hollander fladderde mee en
in zijn bovenaardse stulp zag eeuwige tweede Poupou
hoe zijn kleinzoon de tegenstand in de vernieling reed,
een grand cru na San Remo en Roubaix in het voorjaar.
Mijn Belgisch chauvinisme verdwijnt achter de coulissen
met Lotte later op de avond op het glanzend houten ovaal
als een fameus troostende kers op de al versierde taart:
wat is deze dame sterk, hoe evenwichtig haar kopje
in een extreem bewogen jaar tussen een verloren broer en
een groene trui tegen de grijze flanken van de Tourmalet.
Panache
voor Mathieu van der Poel
Daar reed je, vol spierkracht en zelfvertrouwen
meer dan 270 kilometer,
van Edinburgh naar Glasgow,
over Schotse wegen, met Schotse heuvels,
met schotse en scheve bochten.
Een ronddraaiend circuit
van veertien kilometer en driehonderd meter
in de stad,
een keizerlijke kermiskoers,
voor de sterksten van de wereld
op de pedalen.
Het was een pracht van een wedstrijd,
we wisten dat je ging aanvallen,
je reed vol verve van het begin af aan,
toonde waar je kon of moest bravoure,
had lef voor een heel peloton,
en ging toen weg
zoals dat past,
op het goede moment,
op precies de juiste plek.
Met de flair van een meester-cyclist,
de bevlogenheid
van iemand die weet wat hij doet.
In de goddelijke woordenschat,
die de Vlaamse wielertaal kent,
vat men die rijke sportpersoonlijkheid samen
in dat mooie woord ‘panache’.
Voor mij ben jij de ‘héro des héros’,
zoals je daar gisteren
door de Montrose street snelde,
onder de toren van Saint Mungo’s Cathedral door.
Zelfs die keiharde slipper in die natte bocht
kon je niet deren;
één snel moment van beslissen,
de fiets vastgepakt,
de verwondingen losgelaten,
weer op de fiets,
met de schoen los nu
in nog sneller tempo verder,
alle remmen los
op de streep van George Square af.
Je opa was mijn idool toen ik jouw leeftijd had,
een glansrijke dienaar van dit metier,
ik genoot ervan hem te zien strijden,
waar gij ook maar zijn gezicht liet zien.
‘Poupou’ was zijn snoepnaam.
Je bent een stralende keizer
op het veld en op de weg,
een die bij het velen
het enthousiasme voor de sport,
weer fel doet opflakkeren,
natuurlijk ook bij mij.
Voor mij ben jij nu PouPoel,
de wielerheld aller wielerhelden.
BELGISCH DYNAMIET
de stevige tandem Lotte-Remco
Niet alle wielerkampioenen zijn ranke reigers
die als scherpe messen het asfalt klieven:
op de Tourmalet torst Kopecky haar lichaam
dat eerder op kasseien en hellingen is gericht
krachtig en stijlvol naar de top,
haar rivalen zijn trappende tante Sidonies en
geen sierlijke vogels in een wolk van mist.
Chapeau voor Lotte die wel haar geel verliest
maar met opgeheven hoofd naar geel overschakelt,
een dame waarop een koerskerk kan worden gebouwd.
In Baskenland op dezelfde tricolore getinte dag
onze nationale kanonskogel San Remco die Sebastian
voor de derde maal leert wat koersen is,
een brok dynamiet die tot ontploffing komt en
niet met een uitgemergeld klimmerslijf maar
met het corpus van de andere stripheld, Jerom,
zijn verwoestend ding doet en de tegenstand
aan flarden fietst, ongenadig op de vleugels
van een stormvogel waar vlees aan zit.
Laat ons genieten van dit dolle duo dat zich
straks in Glasgow als tandem kan laten kronen.
Col du Tourmalet
Ja, voor een klimgeit viel het misschien mee
Mij lijkt het voor een rennerslichaam slopend
Daarom doe ik mijn klimwerk altijd lopend
Ik fiets gemakkelijker naar benee
In ‘t zadel kom ik nog geen molshoop op
Maar naar beneden rij ik vaak op kop
Gezienus Omvlee
Mij lijkt het voor een rennerslichaam slopend
Daarom doe ik mijn klimwerk altijd lopend
Ik fiets gemakkelijker naar benee
In ‘t zadel kom ik nog geen molshoop op
Maar naar beneden rij ik vaak op kop
Gezienus Omvlee
TWEE STERKE VROUWEN
-denkend aan Martine en Lotte-
Een regenzondag waarop twee vrouwen
fel tegengesteld het nieuws hebben bepaald:
Martine Tanghe die uit beeld verdwenen is,
gouden stem en moeder van onze taal
die nu in alle stilte rust gevonden heeft.
En in Clermont-Ferrand, de Michelinstad waar
het oudste levende icoon van het wielrennen,
Raphael Geminiani, in het zicht van 100 lentes
in een rusthuis beslist naar de Tour gekeken heeft,*
triomfeerde onze nationale Lotte Kopecky
in die schitterende trui van haar
om morgen in het geel van start te gaan en
nog meer kleur aan haar bestaan te geven,
zij die in goede en slechte dagen altijd
een grande dame is op en naast de fiets,
zo ook in dit jaar van het grote drama.
O ja, Parijs zag een verraste Jordi Meeus
als eerste over de Elyzeese velden flitsen.
Zonder dat Van der Poel voor hem de spurt aantrok.
Zekerheden zijn er om overhoop gegooid te worden.
*( ik had recent een afspraak met hem gemaakt
maar Le Grand Fusil belde me in extremis
om te zeggen dat hij naar het hospitaal moest)
Schlucht
voor Pello, Matej en Gino
We tillen onze doden over de pijnboomgrens
Dragen hun namen op onze gesponsorde shirts
Lacrimae Rerum Victorious
Death Ride Grenadiers
Fatal Destiny
We zijn een team van tere botjes
schijfremmen van een onzekere toekomst
Moorddadige bergen maken afdrukken in ons beenmerg
We dragen de gevallenen mee
hun bloed slaat tenten op onder onze huid
Onze overwinning is een eerbetoon
we bieden duizenden stille meren op een schoteltje
verkleinen de kloof tussen winnaars en verdwaalden
Plantten een boom voor elke gevallen renner
Sleutelbeenboom, Wierookboom, Laurier
Handwortelboom, Ratelpopulier, Ruwe Berk
Fluitende Doorn, Wilde Kastanje
Er is de toewijding om niet alleen op deze plaats te zijn.
WOUT GROET ‘S MORGENS DE TOUR
-vrij naar Paul Van Ostaijen-
Dag ploegmaats met de fiets in de Tour
met de drinkbus
kus kus
dag soigneur naast de tafel
dag ontbijtgranen op de tafel
dag Jonasje-uit-de vismijn met de gele trui
en
dag Jonasje met de panache
gele trui en panache
van het Deentje Jonas
goeiendag
Daa-ag Tour
dag zware Tour
dag klein Tour-elijn mijn
(bij het adieu van Wout Van Aert aan de Tour
voor de geboorte van zijn tweede zoontje
20 juli 2023)
Demarrage
De een kan het beter dan de ander
in kort tijdsbestek de spieren vastklampen
aan de pezigheid van het lijf het ademsnakkende
pompen rondom het hart
de grenzeloze krachten bruuskeren de tijd
secondelang aaneengeregen tot minuten
in een zowat oneindig orgasme van een
meedogenloos masochisme vol spasmen
de mond snakkend opengesperd naar zichzelf
de ogen in onvergelijkbare trance van asfalt
zweet tranen het snot als braakbal van een
opengeklapte maag
de benen als martelwerktuigen de rest afsnijdend
van zichzelf in een allerlaatste poging de ander
te vermoorden door het eigen tempo
die pijn overwint het kunnen
Pijlsnel
Voor Jasper Philipsen
Als ik al eens een poging deed te sprinten
was het na een halve marathon
rennen op mijn tempo.
Dan leek het nergens op,
ik deed mijn best,
vertrok mijn smoel al voor ik finishte,
en kreeg misschien wel de kracht,
maar niet de snelheid uit mijn benen
die ik nodig had.
Zoals het ook nergens op leek,
als ik al eens meende te sprinten
op het vals plat, in Heerlen,
van de Sittarderweg lang de CBS naar boven,
en jonge mensen langs mij vlogen.
Die sprint van een sprinter,
gulzig naar de groene trui
in de grote Ronde,
zijn blik op de zege gericht,
zijn spieren en zijn kop maar met één ding bezig,
op volle snelheid,
als een pijl,
al heeft hij niet altijd die geoliede baan,
hij vliegt vooruit achter de lead out,
of geheel op eigen kracht,
hij weet wat hij doet,
gooit alles eruit,
meer dan alles van voorheen,
tot hij met verbeten kop,
als eerste, allereerste, allerallereerste
spuitend van de energie
over de finishlijn peert.
Klimmen
We klimmen.Het laagland dateert
van langgeleden. De lichtstad een verre schim
uit een onaangeroerd verleden.
Veel meer hoogte kunnen wij niet krijgen
dan waar we nu al zijn. Fietsen dient
allang niet meer om ons te verplaatsen
maar om traag en lijdzaam hogerop te kruipen.
Als uit het niets komt kramp tot achter
Onze oren zitten. Alle klieren krijgen koorts.
Het gezicht verkrampt, de grimas, de pijn,
het lijden. Doortrapt en uitgewoond.
Als stervende zwanen, zo mooi gaan wij kapot.
Gemaakt en voorbestemd om niets dan
stukgetrapte schoonheid uit te dragen.
Paul Rigolle
van langgeleden. De lichtstad een verre schim
uit een onaangeroerd verleden.
Veel meer hoogte kunnen wij niet krijgen
dan waar we nu al zijn. Fietsen dient
allang niet meer om ons te verplaatsen
maar om traag en lijdzaam hogerop te kruipen.
Als uit het niets komt kramp tot achter
Onze oren zitten. Alle klieren krijgen koorts.
Het gezicht verkrampt, de grimas, de pijn,
het lijden. Doortrapt en uitgewoond.
Als stervende zwanen, zo mooi gaan wij kapot.
Gemaakt en voorbestemd om niets dan
stukgetrapte schoonheid uit te dragen.
Paul Rigolle
Nooit loopt de weg dood
we beklimmen de berg omdat hij er is
de top is niet het einde van de tocht
achter iedere berg daagt weer een nieuwe op -
die draagt alleen een andere naam
we zeilen over zee naar de horizon
de streep die we zien is niet het einde
daarachter ligt weer een nieuwe zee
met dezelfde golven van koppig schuim
we fietsen door een onmetelijk land
over een vlakte die polder of meseta heet
de wind zingt altijd met ons mee -
tegenwind is een hopeloos misverstand
we kijken niet om, rennen altijd door -
nooit loopt de weg dood
Exit Cav
of de Cavendish-calvarie in een Tourrit naar Limoges
Een ordinair stuk rouwzwart asfalt
als somber decor voor zijn afscheid van de Tour:
Cav kijkt triest en hulpeloos voor zich uit,
de ongenadige roofvogelblik van de rasspurter
oogt als een uitgedoofd vuur,
in het spoor van The Doors: this is the end my friend,
in je race naar het record dat je voor altijd
met de Kannibaal zal moeten delen.
Ik had hem dat uniek ritje meer graag gegund,
tenslotte was hij op kleur- en smaakloze Ronde-dagen
het snel spurtend zout op de patatten,
uit kwikzilver opgebouwd, springveer pur sang,
een lust voor het nerveuze supportersoog
wanneer de finish naderde en zijn rivalen
met de bibber op het bezwete lijf en verslagen
vanop afstand naar zijn rug mochten kijken.
Het ga je verder goed, Mark,
waarom nu niet naar Glasgow toewerken,
zelfs een jaartje meer kan nog,
weg met wat men respectloos slijtage noemt.
Pou Pou Poulidor
Je werd geboren vier jaar
voor er weer een oorlog begon,
ook op de wegen waarover je zou rijden,
in de Tour de France
of in andere ritten.
Toen jij begon op de fiets,
was ik zes jaar oud,
had ik mijn eerste tweewieler,
maar wist ik nog niets van wielrennen.
Bien qu’il y ait eu beaucoup de malheur,
jij was al een heel goed pedaleur!
Toen ik de koers
begon te volgen,
herkende ik je al rap
aan dat petje met Mercier.
En al noemden ze jou de ‘eeuwige tweede’,
je hebt je ook in de lauwerkrans gereden,
Zeven etappes in de Tour,
de Vuelta van 1964,
en ook bij de Waalse Pijl,
nee, je verloor niet echt toujours.
Pour moi vous étiez le grand champion,
mais oui Raymond!
In ’64 op de Puy de Dôme,
hield je Anquetil gemakkelijk in toom,
die lange zware weg omhoog,
was hij het die bijna voor je boog!
Ook met Merkx streed je in menig fel gevecht,
opgeven was een woord jou onbekend,
zware moment van afzien heb je wel gekend.
Zweten, zwoegen, stoempen,
drie keer tweede, vijf keer derde in de Tour,
zette jij geheel je eigen toon,
al droeg je nooit de maillot jaune,
pour moi vous étiez le plus fort,
toi qui t’appellais Poulidor.
Trots reed ik zelf de Limburgse heuvels op,
soms zelfs haalde ik de Cauberg in de top,
ik reed lang in gedachten met je mee,
op mijn eigen racefiets van Mercier.
BASKISCHE TOUR-OUVERTURE
(met happy twins Adam & Simon en Victor l’ a fait)
Het wordt opnieuw gul geel voor de ogen
nu Van Gogh met zijn joyeus penseel
de julidagen inkleurt en supporters gek maakt
met het rijke wielervoer dat drie weken lang
hun grote idolate mond wordt ingelepeld.
En het is eens te meer geen echte Tour de France want
alles speelt zich aardrijkskundig af in de onderste helft
van het land dat nu in een zware kramp verkeert
met een overdosis zinloos geweld en vuur na de dood
van een jongen die verre van klaar was voor
het literair-historisch Ispahaan van P.N Van Eyck.
Spaans Baskenland dat zelf veel geweld heeft gekend
met Guernica als gruwelijke fascistische kers op de taart
is met een dolle start gastheer voor de renners
die zich slingeren over de vele groene heuvels
die tot heuse cols werden gepromoveerd.
Een toffe Britse tweeling vraagt in Bilbao aan dear mother
wie zich met het eerstgeboren geel mag tooien,
een dag later bijt Wout Van Aert zijn tanden stuk
op de victorieuse Victor Lafay qui l’ a fait : winnen
in San Sebastian waar de oceaan wild zijn kusten kust.
(Podium-misses tuiten niet langer meer hun lippen
zodat de weg vrij is voor zeewater dat zich wulps
met een zoute tongkus op de rotsen gooit.)
TRICOLORE TRUI BOVEN REGENBOOGKLEUREN
-Remco Evenepoel wint BK in Izegem-
Izegem is nog altijd van superpistier Patrick Sercu,
de sierlijke heerser van het houten ovaal,
om het hoekje komt ook Johan Bruyneel kijken,
ooit sierlijk flyer, net een zwaan op het Minnewater.
Tot de hitte van de strijd en een trio Kemmel-klimmen
er voor een climax zorgen die met alle kleuren
van de regenboog zijn omhuld: de tricolore trui gaat
om de sterkste schouders van de dag en doet
Remco blinkend stralen in de zon die renners
tot slaven van onmenselijke graden Celsius degradeert
maar de wereldkampioen ook op het vlakke superieur
zijn vleugels doet uitslaan en schijnbaar simpel triomferen
met de wet van de sterkste als trouwe compagnon.
Hoe mooi en waardig kan een kampioen zijn
die staat te pronken in kersvers rood-geel-zwart
maar ook respect toont voor de piepjonge Alec die zich
in één week tijd dubbel kroont tot vice-kampioen.
De jeugd boven dus in al haar superieure eenvoud,
op een dag die het asfalt doet smelten,
met zuiderse hitte en overdadig rennerszweet
als vervelend zoutprikkelende bondgenoten.
Fred de Bruyne
Hij was een groot kampioen,
tussen de twee Rikken,
Van Steenbergen en Van Looy.
Een accident, haalde hem van de fiets
voor de micro van de televisie.
Zo ken ik hem,
die kenmerkende stem, dat enthousiasme,
deze geweldige ambiance,
zijn onvervalste Vlaams,
de Flandrien
onder de journalisten.
Zo gauw Fredje begon
te spreken,
zat ik in de koers,
zag ik hoe renners demarreerden,
begreep ik hoe coureurs schakelden
aan hun derailleur,
wist ik wanneer ze een slok
moesten nemen uit hun bidon.
Er zijn kwade tongen,
die beweerden dat hij
sinds Merkx als Kannibaal regeerde,
alleen nog maar Merkx zag rijden.
Ik heb dat nooit gehoord.
Fred De Bruyne deed mij het spel
op de fiets verstaan,
hij gaf mij de juiste moraal,
om van die sport te houden.
En als ik nu aan de Tour van toen,
terugdenk,
dan hoor ik zijn stem weer,
en word ik weer net zo nieuwsgierig,
als hij toen klonk.
We spelen dat we op een grasveld zijn
in het boek van de supersnelle afdaling
kun je overal een bladwijzer leggen
of zelfs meer
het is nooit uit
de kopgroep en de achtervolgers dalen
als water en vuur
water dooft het vuur
vuur verdampt het water, een cliché
waar de renner geen vat op heeft
want ja, een topkruis dat uitsteekt
vlak je niet zomaar af
op de tekentafel lijkt elke berghelling
in de macht van grof gemalen rubber
met hier en daar een bloem
waar elk voorstel tot verandering
terugveert naar het volmaakte oude
alsof je een vangnet van sneeuw boetseert
nu, kom dan nog maar eens terug
een uitroepteken is een harde streep
punt
De dag dat Tommy Simpson stierf
Het was een zonnige dag,
vier dagen voor ik
dertien zou worden,
ik stak mijn hoofd uit de tent,
mijn vader liep voorbij
op weg naar het waslokaal.
Op de dag dat Tommy Simpson stierf.
Die ochtend reden we
op een kar achter de tractor
met boerenzoon Emile,
naar de bossen rond de Almache,
een jongen van de camping,
twee dochters van de boer
en ik die een beetje Frans kon.
De dag dat Tommy Simpson stierf.
Ik was eigenlijk verliefd
op die mooie lieve,
maar met dat beetje Frans van mij
zo heel erg onbereikbare
Marie-Claire, de jongste dochter
van de boer en van de boerderij
naar wie ik heel die tocht ging zitten.
De dag dat Tommy Simpson stierf.
Toen we teruggereden waren,
was er opschudding bij De Cabane,
de radio stond keihard,
in een rap Frans dat ik niet verstond.
Iedereen stond er verslagen bij:
een renner had zich langzaam stervend
de dood in gereden op de helling van de Ventoux.
Ook Marie-Claire keek bedroefd naar mij.
De dag dat Tommy Simpson stierf.
Gedicht voor Fedor
Een ongenaakbare tsaar op de fiets,
een Harderwijker met Russische roots.
Hij kreeg een harde opvoeding
waarvoor niet te wijken viel.
Dit leerde hem evenwel,
zichzelf te harden,
om te volharden,
echt af te zien,
werkelijk te kunnen lijden.
Steeds weer, steeds verder
over de eigen pijngrens heen,
zodat hij boven zichzelf uitsteeg,
de ware vrijheid tegemoet.
Die van de solist,
ver van de anderen,
zwevend op de pedalen.
De man wiens passie voor de fiets,
zijn passie voor het leven was.
VICTORIOUS?
of leven en dood in de afdaling
-in memoriam Gino Mäder-
Vorige week nog reed ik in een hels onweer
met mijn oude knoken de col d’ Aubisque af,
derde leeftijd-gekte met een snuifje avontuur
dat alleen hoog in de bergen te beleven valt.
Het water stroomde gutsend onder en naast mij
in kleine beken naar beneden, de schijfremmen
deden evenwel voortreffelijk hun werk, in mijn hoofd
speelden heel even mijn verloren zoontje en
het dode dochtertje van Lucien Buysse de hoofdrol,
de jaartallen 1926 en 1981 doordrenkt samengeklit
in een grijsgrauw landschap van donder en graniet.
Renners sterven niet in hoofden waarin koers en
verdriet amoureus verblind samensmelten.
Tot de rauwe waarheid van het wankel wielrennen
zich in al zijn ruwe overmacht laat kennen:
Casartelli die op de Portet d’ Aspet zijn bloed verloor,
net zo Wouter Weylandt op de Passo del Bocco,
Richard Depoorter die in het verre 1948 niet meer levend
uit een Zwitserse tunnel tevoorschijn kwam en
nu de beloftevolle Gino Mäder, een jonge Willem Tell
die pijlsnel de Albulapas afreed maar plots ongenadig
door de honger van het hooggebergte werd verzwolgen.
Laat me treuren om zoveel jong en snel verlies,
om de tranen van een moeder die haar zoon
niet meer levend in haar armen nemen kan
maar alleen nog stil zal zitten kijken
naar het bebloed en gescheurd truitje waarin
hij vol trillend leven naar de dood reed.
GIRO 2023 PRIMUS ROGLIC & CO
Een Giro met de weergoden in een hoofdrol:
bakken regen over Abruzzen en Dolomieten,
renners die als weerbarstige kikkers
hun stinkende best deden om niet te verzuipen,
hun eretitel ‘dwangarbeiders van de weg’ waardig,
geen doetjes of slappelingen die als natte dweilen
werden uitgewrongen, ijsgladde bochten trotserend,
voorbij de meet hoestend als oude paarden,
de uitgeleefde blik weggestopt achter donkere brilglazen,
een ongewilde maskerade van de kou en pijn.
Eerst was er Remco die vertrok als een roze raket
maar door juf Corona aan de oren werd getrokken
nadat hij met zieke longen nog een tijdrit won,
zijn mooi maar dan fel getekend kopje sprak boekdelen,
het weergaloos talent dat zijn trieste exit zocht
in een knalprestatie om U tegen te zeggen.
Na de Belgische aftocht kwam oude rocker Thomas,
een coureur die zo uit een popgroep komt gestapt,
het witte brilmontuur als door cocaïne gesponsord.
Tot op de voorlaatste dag een helse chronoklim
zich als een ongewild en lastig kind manifesteerde,
steile kilometers die de pijnpan uitswingden.
Met finaal de Jumbo-gele Roglic in het primusroze,
spijts een dwaze ketting die de eeuwige ongeluksvogel
nog bijna nekte, eindelijk rechtvaardige triomf.
Met als ultieme kers op de taart good old Cavendish
die in de schaduw van het Romeinse Colosseum
nog eens zijn snelste benen toonde: de oude gladiator
die zich vrijvocht van de neerwaartse duim van de keizer.
Fucking bastard covid
-voor Remco, spijtig genoeg-
Neen, dat kopje zag er niet normaal uit,
dit was niet de Remco die we kennen
ook al won hij nog de lange tijdrit
op zijn pure klasse en beresterk karakter.
Maar wel met dat smerig beestje in zijn lijf:
de fucking covid waarop zelfs Thomas niet
te wachten zat, ook al rijdt hij straks in
een hem in de schoot geworpen trui rond,
flauw Brits flegma met bleekroze randje.
De Giro ligt nu geveld als een gewond dier
over Italië uitgespreid, de wereldkampioen
is aangewezen op het likken van zijn wonden die
door een onzichtbaar rotzakje zijn veroorzaakt,
alom de klaagzang van ontgoochelde supporters
die verweesd langs de weg zullen staan,
hun geknipte vleugels in de prullenbak
van een vakkundig gewurgd wielerfeest.
Remco weg, het roze weg met in de plaats
een zwarte vlag die de droeve lading dekt.
Op de Gran Sasso
Beneden op de steile weg
zag ik de laatste zombies uit het zuiden
en drie Muzen uit een dorp van de Abruzzen.
Op een groene bergweide bij een herdershut
graasden koeien van een wit hoornvee
en bruine en zwarte paarden met lange manen.
Op de hoogste hoogvlakte lag nog
sneeuw van de vorige eeuw
en groeide zelfs geen schraal hard gras.
Op de top het wijnrode lege bunkerhotel
dat gesloten was en een observatorium
voor het meten van bliksem en hagelstenen.
Boven de top het azuurblauwe uitspansel
in een ijlte met een strak gespannen stilte
en diep daaronder de afgrond van de angst.
![]() |
De muziek staat te hard voor mij
Ik houd niet zo van Mozart
Remco Evenepoel is de Wolfgang
Amadeus van het peloton
Zet hem een pruik op
en hij wint nog altijd de tijdrit
Ik houd ook niet van Vivaldi
4 seizoenen in 21 minuten, 18 seconden
Lente, zomer, winter in een flits
van brute kracht en arrogantie
Remco is Mozart en Vivaldi
in één strakgespannen lijf
met een zweem van Eddy Merckx
op speed guitar
Wat is er mis met stil genieten?
De pedaalslag van Debussy
Eén Bloesem
met het ware licht van rose.
Stelvio
Deze magische wielernaam met een klank die
aan een opera van Verdi en Puccini doet denken,
hemeltergend hoog in een versteend landschap dat
met klimpijn en rennerszweet is doordrenkt.
Je raakt de tel kwijt bij de haardspelbochten
die als een reuze anaconda op de felle flanken
van dit natuurwonder liggen uitgespreid,
haarspelden die naalden worden in de kuiten en
dijen van de dwangarbeiders van de weg.
Hier werd de mythische Fausto Coppi adelaar,
de campionissimo van mens naar roofvogel omgevormd,
een sportieve klimmende metamorfose van Ovidius,
zalig sierlijk en danseuse voor het attente kennersoog,
deze ranke reiger-renner die zichzelf oversteeg en
zijn zweet tot wielerwijwater wist om te vormen.
O bovenaardse Stelvio, o zalig eindeloze klimterreur
voor langzaam wentelende wielen waar de bandjes
met hun rubberen lippen erotisch het asfalt kussen.
Remco vlamt naar vurig Luik
De kroniek van een aangekondigde zege ?
Zo zou je het kunnen zien.
Maar zo simpel was het niet.
Oké, je had dat wekenlang trainingsgezwoeg
op eenzame hoogte, stil labeur dat niemand zag
maar dat nodig was om hoog en snel te vliegen.
En er was het speels oog voor detail
met aandacht voor een exclusief witte broek
waarin je alleen plechtige communicanten verwacht
of maagdelijk blanke renners zonder palmares.
Het wit bleef wit, de modder kreeg geen vat
op die sierlijke renner die ging waar hij wou en
zo zijn tegenstanders tot lilliputters maakte.
De Brabantse valk was opnieuw present op zijn rots,
hij sloeg er zijn stijlvol afgetrainde vleugels uit en
soleerde naar de vurigste stad van kil Belgenland.
Hoe mooi en eenvoudig kan koersen zijn en
hoe stralend een winnaar met jongenskop
boven een forse torso in regenboogkleuren ?
Luik-Bastenaken-Luik
Donkere Ardennenbossen omarmen de renners
met hun grote diepgroene liefde die waakt en slaapt
op een spits eindigend duizendvoudig naaldenkleed,
naaldhakken van hars met een lentefris geurend parfum.
De vurige stad Luik legt de Maas en Ourthe lam
als de koers zich ochtend-haperend op gang trekt,
zuidwaarts wenkt de stekelige Côte de la Roche
als eerste stijgende valkuil voor vermoeide dijen,
in Bastenaken ligt het keerpunt dat de renners
moed geeft om de noordelijke slottocht aan te vangen,
weg van het Ardennen-offensief dat hier doodbloedde
in jonge soldaten die net zo goed renner hadden kunnen zijn.
Na La Redoute en Stockeu op naar la Roche aux Faucons
waar een superieure Remco zijn ontembare vleugels uitsloeg,
op flinterdun zoevende maar ijzersterke bandjes die
de wielerveldslag moeiteloos hebben overwonnen,
een klassenrijk spektakel dat op het netvlies blijft gebrand.
2023 TOT AAN DE GOLD RACE
‘April is the cruellest month’
uit ‘The Waste Land’ (1922) van T.S. Eliot
Het wielervoorjaar was een grand cru om
vingers en lippen bij af te likken,
met ronkende voornamen als daar zijn
Tadej, Wout, Mathieu, Primoz, Tom, Christophe en
onze nationale trots Remco niet te vergeten.
En dan mag ik hier zeker ook niet voorbijgaan aan
het elegant geweld van de Siamese meisjes Lotte en Demi
die alle tegenstand onder mascara, lippenstift en
een karrevracht panache en grinta hebben bedolven.
Beton, kasseien, asfalt en Toscaans grint trilden en
schitterden onder het beuken van hun pedalen,
de superlatieven waren niet uit de lucht en
zongen mee in het lied van zoevende wielen.
Eén dag en moment doorkruisten echter mijn genot:
bij een zege op de piste van Roubaix had gele Wout
een speciaal gebaar in gedachten om zijn ploegmaat
Michael Goolaerts te gedenken, de in die koers in 2018
gevallen krijger, het werkweigerend hart, de treurnis
toen en nu bij iedereen die van het labeur der renners houdt.
Niet dus: pech voor Wout, weg wensdroom en gebaar,
de maand april die voor mij als gekwetste vader
als een derailleur genadeloos monotoon voorbij tikt en
gruwelijk zal blijven met de dood van mijn zoon
die geboren en gestorven is op de dag van de Helleklassieker,
een jongensleven gekneld en gewurgd tussen 1971 en 1981,
Miguel die samen met zijn close voornaamgenoot Michael
nu stil rondjes rijdt in mijn voor altijd getormenteerde kop.
Maar op naar het Waalse wielerwerk want de koers stopt niet:
ik zie woensdag Tadej in Hoei zijn adelaarsvleugels uitslaan en
geniet al van Luik met een regenbooggekleurde Remco
die onze nationale trots naar een climax voeren zal.
Enig chauvinisme is me niet vreemd, het doet gewoon deugd !
op de dag van de Amstel Gold Race, 16 april 2023
Amstel Gold Race
Hoogmis in heuvelland!
Limburgse wielerkoers
Hollandse brouwer
Promoot er zijn bier
Fijnproevers echter langs
Slingerdeslangparcours
Drinken uitsluitend
Een biertje van hier
Paaszondag, Saint Roubaix
Hoe vaak kan je uit je hart
vallen en weer opstaan
uit een verloren paradijs
Ooit bad ik om genezing
van een dode Michael Goolaerts
Alle kaarsen brandden op
Nu probeer ik een nieuwe vlam om hem te eren
In Saint Python nabij de Kapel van Steenbreek
en Morgen Glories die zich winden
vanuit een hemelsblauw besef
toont mijn lichaam weer zijn gretigheid
In Saint Martin sur écaillon
bewegen alle renners op een weegschaal
de lichtgewichten, de hersendrifters
en de zwaar gewonden
tussen meidoorn en wondbedekkers
Nabij La Trouée de la Tristesse
vallen gaten in een groter nog verdriet
in gebeden, steengruisbochten
Onze-Lieve-Vrouw-van-Zeven-Ogen-door-een-Naald biedt troost
De grond van het leven op kasseien is niet de finale
doodsmak, maar de rug die plooit en recht veert.
De fietsendief van Reims
Over puinhopen uit beide wereldoorlogen,
onder het asfalt gestort van l’Autodrôme de Gueux,
voerde het wereldkampioenschap bij de beroeps-
wielrenners anno negentienzevenenveertig.
Te makkelijk parcours? Weergoden grepen in
middels een hittegolf die velen tot opgave dwong –
Nest Sterckx bijvoorbeeld, overkokende Vlaamse Leeuw,
zette zijn rijwiel opzij van de weg. Maar niet lang:
de grijpgrage knuisten van Theofiel Middelkamp,
bij toeval juist op die plek gestrand met een klapband,
maakten zich meester van het stuur, en een luttel uur
later ook van de wereldtitel – Neêrlands eerste!
Toepasselijker had het amper kunnen zijn:
champagne voor een Zeeuws grensgeval, keizer van Kieldrecht
juichend over de meet, en de regenboogtrui
om roodwitblauwe tors op een ontvreemd Belgische zadel….
De Ronde van Vlaanderen
De Ronde slingert langs duizenden geknotte wilgen
die hun kaalgekapte koppen stomp maar krachtig en
onverstoorbaar in de onweersluchten priemen,
mens en dier komen buiten wanneer de renners
als een felgekleurde draaiende en kerende slang
door de dorpen schieten en de hysterische supporters
bewieroken met een walm van ketting- en massageolie.
Vanuit het wielerwalhalla kijken Museeuw en
de eeuwige laatste Flandrien Briek Schotte toe
hoe het ouderwetse koersen keurig stand houdt
op de met Chinese inkt kunstig in het landschap
gegraveerde bulten met magische namen
als Oude Kwaremont, Koppenberg en Muur met
op de Geraardsbergse Oudenberg een Lieve Vrouw
als noordelijk zusje van de Madonna del Ghisallo.
Modderig en scherphoekig Belgisch porfier stelt
de fijne bandjes veelvuldig en ongenadig op de proef:
koers als labo voor de weerbaarheid van rubber.
Voorjaar
een afgeslankt peloton vormt
een vierkant met zichtbare ruggenspraak
sist met klapperende jasjes van berm
tot berm, de bommen komen van boven
de vlagen van opzij, even onverwacht
en weer voorbij
als de zon een kiertje forceert
en een waterkoude rimpeling
over het asfalt snelt
hoekt een lint van links naar rechts
tegen de eentonigheid de Koppenberg op
ogen gebogen naar wat al is geweest
ze tellen de keien en toch struikelt er niet een
als het opklaart kussen enkelingen blijmoedig
de berm weer horizontaal, bij voorkeur individueel
Echt waar of helemaal waar?
De voormalige wielrenner en kampioen Freddy Maertens
uit het West-Vlaamse Lombardsijde
stond vandaag als toeschouwer langs de weg
van de koers Dwars door Vlaanderen
en de televisiecommentator stelde de domme vraag:
Waarom keek Freddy Maertens zo boos?
en ik weet het antwoord:
omdat hij nog altijd kwaad is op Roger De Vlaeminck.
De draaideur die nooit stopt
ze hollen vice versa in hun tatoeagebos
de lucht puilt blauw uit van opwinding
een wijsvinger van de patron reist als volgauto
met iedereen mee, niemand demarreert
doelloos zonder tijdstraf door het niemandsland
twee wingbacks provoceren bergop een pressie
de kern van de kluit wacht in de volle breedte
zwijgend als een compact peloton
op het aangekondigde nl-alert
bij de eerste tonen zwaaien armen en benen
terwijl in de hoek een uitverkorene zijn armen
in de lucht steekt, bij voorbaat: de vangbal
en toch temt een uitbollend net elke spaak
in het wiel, men beweegt niet maar steekt
langdurig een getrainde vinger in beide oren
van een massasprint ziet het publiek zichtbaar af
als de patron voor het reclamepaneel schuift
en de voorbereide woorden uitspreekt:
we hebben weinig weggegeven
hoe eenvoudig en overzichtelijk lijkt de koers:
de keuvelende startlijn, het gezapig ronddraaien
tijdens het middagslaapje na het lunchpakket
en voor de bühne een tandje bijzetten in de finale
Veelbelovend
In de laatste zonk voor de
vesten schuift Lotte zich in
tijdritmodus. Genadeloos gooit ze
een zandzakje overboord en
hijgt zich naar boven. Seconden
dansen op en af. Ondanks late
tegenlel geeft de wind zich
gewonnen en belooft ons,
komt wat komen moet,
een Belgische lente.
Ups and downs
Down under naor beneden
geklatst. Dat dut pien.
Niks blif mi-j mangs bespaord;
gebrokken pols, scheurtje in de ellepijp
gebrokken baovenbeen, pien an de ribben
knie en hoofdblessure, breuk in wervelkolom
slöttelbeen en gebrokken ribben
bekken en nogmaals slöttelbeen
scholderblessure en hersenschudding.
En now dan weer ’n bekkenbreuk.
As ik val
is 't ok
altied raak.
Stil liggen
is nòw mien
biotoop.
Maor dan, jao
maor dan éuh.
Wi-j zeet ons
dan weer in
de vuelta of
mangs eerder.
‘t Is ‘n mooie breuk
’t schaambeen niet
‘t bot waor ‘j op zit.
Life is like a kangaroo
always up and down.
tekst gevonden in Tanunda, na eerste etappe tour Down Under 2023,
geschreven op een notitieblaadje, toegedicht aan Robert Gesink.
Het grootste verzet
Voor Freddy Maertens
Met de eindmeet in zicht sla je je vleugels uit
hoe om je heen de lucht steeds sneller verschuift
en andere helden gaandeweg jouw rugwind worden
terwijl jij op zoek gaat naar het grootste verzet
stellen wij in de laatste meters het beeld scherp:
de granieten dijen die zich opspannen en afzetten
de rug die zich over het koppige hoofd heen kromt
de forse lendenrukken die het wiel naar voren gooien
het lichaam dat zich finaal rechtzet
met armen wijd open triomfantelijk komt overgevlogen
Colle delle Finestre
Bloemen worden aan de streep gegeven,
meedogenloos beslist de dikte van een band
of een fiets vanuit de heupen in de lucht
vooruit geworpen. Wie het geld opstrijkt, de eer,
het aanzien krijgt, het is niet veel en toch
weer alles, om de balans te laten overhellen
van winnaar naar verslagene. Niets
is heilig of blijft overeind, zelfs voorspellingen
deugen niet altijd.
Als ridders in een steekspel geven Di Luca en Simone
hun ziel in het stof van onverharde bergwegen,
net als in de tijd toen coureurs nog zelf
een wiel vervingen, met op de rug reservebanden,
en op de stuurstang twee bidons.
Talent
Waarom ik nooit wielrenner
ben geworden, ach,
talent, ambitie, discipline
en geluk zijn onontbeerlijk
voor dat vak,
ik had de laatste drie
niet nodig omdat het mij
in ruime mate
aan het eerste ontbrak