Beschaafd applaus

Het hoofd tussen de schouders
de spieren tanig, rekbaar, geolied
als een draaiende machine
die nooit stilvalt en vol energie
zes, zeven uren wegtrapt.
Tijd en afstand.

Het landschap kan hij later
nog bewonderen, de rest van zijn bestaan,
nu spaart hij elke blik en kijkt
naar binnen, hoort een innerlijke stem
die hem de opdracht geeft
te lijden, af te zien, zich leeg te rijden
om in een dag van roem of ondergang
kortstondig held te zijn.

Het is bij uitstek een beschaafde sport:
er vallen relatief gezien maar weinig doden
en er klinkt voortdurend een beschaafd applaus.


Guy van Hoof