Bij een portret van mijn vader (1952)

Ik lees in veelbelovend geel en rood
zijn romp, waarop een tijd, niet in te halen:

hij is achttien en ik nog onbesproken
in een nergens van zijn pezig jongenslijf.

Vanuit een roes na een kleine wielerzege,
in de pose van een foto voor de fans,

zoekt zijn blik een toekomst op
van kansen, doorbraak, lof en faam.

In een ander later viel hij voor een vrouw
en kinderen ontsnapten aan hun lichaam.

Met de jaren echter legde hij zich
ook bij deze dromen neer.

Nu ik probeer te zien wat ik niet eerder zag,
breekt hij dagelijks in zijn ontbreken door,

en in een droefenis die ik herken,
om het niet-geleefde.


Yella Arnouts