Beeld van een wielrenner

scherp uitgetekend fietst de renner
in een nieuw snijdend kader
dat hij nog niet verkend heeft
de pose van de trappers volgen het fragiele frame
en elke seconde is er één meer dan voorheen
volleerd manoeuvreert hij zichzelf die illusie in
zijn sterke benen scheren de wind uit elke hoek
lijnen lopen de compositie lekker langs
al heeft hij daar absoluut geen weet van
zijn gedachten zijn hier weggesneden opzettelijk
het zijn de benen ocharme die het werk doen
de geest leeft wellicht in hoger sferen


Kees van Meel