Anders op de fiets
hij ziet de kek geschoren benen
een woud vol mooi gelakte poten
snoepwerk voor zijn fantasie
elke demarrage gebalde spieren
wegvluchtend van zijn lusten
hij trekt mee de heuvels op en af
geen man mag ooit zijn aard
hier kennen of een vermoeden
dragen van zijn lichamelijke leed
verdragend elke dag in de schoot
van het denderende peloton
een eenling een enkeling van staat
al wint hij telkenmale aan de finish komt hij nooit
Kees van Meel