Alsof alle zadels bilonrijp geworden zijn omdat
fietsen niet meer op de ploegwagens staan
verteren ze vette happen naast gesloten friettenten
klimmen langs de bonkige wegen nu grauwe algen
klinken zoevende spaken ver weg nog in het geheugen
van renner en publiek het snot voor de ogen
mag alleen achter lapjes van onooglijkheid overheid
trekt finishlijnen voordat een start begonnen is
bidons liggen lek te zijn tussen alle wielerzooi
geen mens neemt koers of kermisattractie op
laf bier piepschuimt in overvolle vaten bruist niet meer
tussen peloton en wegpiraten van de koers
slippende wielen liggen in stilstand stapels banden
wachten snakkend naar verlossing zoevend geweld
klinkt in later wellicht muzikaal staccato
de vraag is slechts
wanneer
Kees van Meel