Op de klanken van Paolo Conte
in zijn ode aan campionissimo Bartali
schud ik schrijvend het gezouten stof van Wout,
weg die geelbruine mix van Toscaans grind
dat renners tot woestijnsoldaten van Rommel maakt en
hen in het hemels Siena van de bloeddoorlopen ogen en
de demarrerende duivels van de voorbije dag verlost.
Vincitore Wout, brok genadeloos graniet op gravel
met de ontwapenende lachrimpels, de blonde kuif
op de knappe kop vol gracieuze grinta:
old fashioned renner naar mijn hart,
nooit holle praat met die diepe zware stem,
als het moet maestro in modder en winterse kou,
op de strak klassieke Piazza del Campo
de horrorcrash in de Tour stijlvol uitwissend
met de magistrale kracht uit de herwonnen dijen,
Caesar over de hoestende koerscohorte in Siena.
En als niet te versmaden toetje op de koerstaart
het zalig zwanger vrouwtje geduldig wachtend
op de verwekker van het kleine coureurke
dat victorieus opspringt bij zoveel prenataal geluk.
willie verhegghe