Stan Ockers

Van klasfoto’s lees je de tijdsgeest af:
geen jeans vol scheuren, laat staan
tatoeages, of piercings toentertijd
wel een nette scheiding in het glad gekamde haar,
een vlekkeloze trui, een das en - bij plechtigheden-
handschoenen voor het fatsoen. Er waren regels 
en reglementen.
Als een voorbereiding voor de wilde jaren, later.
Wat verder in de straat woonde het idool
van de wijk, de stad, van mij, hij was coureur maar had
gesjouwd met kolen. Hij zag eruit 
als  een prentje met zijn glimlach als een
charmezanger. Het geluk op twee wielen,
met een gekromd stuur, een zadel en een ketting,
alles gericht op simpele, soepele snelheid,
behendigheid, of sluwheid, op die manier 
droeg Ockers zijn regenboogtrui 
als een uithangbord.