Zijn rug fietste mee in alle bochten
wroetend door modder plassend
zompig in waterig landschap
zeulend doorheen tegenwerkend zand
grommend en plooiend over bulten
naar een nieuwe finishlijn
maar het krommen van de spieren voeden
het korset niet meer
rond wervels die in opstand komen
klagen knagen aan het machtig lijf
langzaam maar voortwoekerend
kroop de pijn naar boven zijn kop in
zijn benen door
de energie werd weggezogen
als patiënt leeft de renner niet meer voort
dan in voorbije uitslagen
dan in bedrogen dromen
totdat zijn rug zijn lijf weer steunt en stut
de ambities weer opwaarts stuwt op de dunne bandjes van eer