Tijdloos

je bent tijdrijder, een gekromde windhoos
het spoor zonder compromis onder je helm
je vindt dat een bocht alleen maar stoort
zolang je van andermans missie wil slurpen

je ziet de aanzwellende afdaling niet, de beek
die bochten tart, de oever die de dag kleurt
je vraagt je af waarom de afbakening slingert

wie zegt dat altijd alles ergens voor dient
vergeet dat als je geboren bent er geen tijd is
om op je gemak elke afslag uit te proberen

wie zegt dat je aerodynamisch meebeweegt
vergeet dat een tweede vel niet aansluit
op grenzeloze groei zonder rode knop

als kind fietste je in een eigen kuil op het strand
nu bouw je aan een tussentijd, een tijd die staat
als een vangrail tegen opwaaiend zand
zag niets, schreef iemand in het laatste kwartier