De Evenepoelsaga

of het ontstaan, vallen en opstaan van een fenomeen

-I-
Genesis

Zoals het op de beginpagina van de Bijbel staat geschreven
waren er ook bij Remco eerst een Adam en Eva,
in dit geval de overal presente mama Agna en papa Patrick.

Bij hen leverde de liefde één enkele baby op
-maar wat voor een hoor ik jullie luidop denken-,
geen dodelijk additief à la Kaïn en Abel dus,
Remco was van in de luiers de gekoesterde Petit Prince,
een jongetje dat eerst jarenlang in voetbalschoenen rondliep
met Anderlecht, PSV, Mechelen en de jonge Rode Duivels
als variërende jeugdresidenties, met talent op overschot en
een kopje dat alleen oog had voor de absolute top.

Tot plots papa’s koersfiets stiekem van stal werd gehaald,
Patrick die zelf de Vuelta en Luik-Bastenaken-Luik reed,
discrete preludes op wat zoonlief later triomferend herhaalde.
Voor hem evenwel geen eindeloze rij jeugdcategorieën,
Remco koerste meteen met zoveel power en grinta
dat hij jaartallen en leeftijd aan zijn wielerlaarzen lapte:
een junior-wereldtitel, op 19 als piepjonge prof met Baskenmuts
in San Sebastian, premature escapades met ongezien gevolg.

-II-
Schepdaal, de biotoop

Ik was nog kleuter toen ik al in Schepdaal kwam,
grootmoeder Celesta had er een broer –Free-
die er een café annex dancing uitbaatte
waarvan ik me vooral een pijnlijke freakshow herinner:
in de gang die naar de dansvloer leidde zaten op een podium
corpulente tweelingzussen van samen pakweg 400kg,
er door hun ouders beschamend neergepoot en te kijk gezet
voor, ja, voor wat ? Ordinaire Belgische franken.

O tempora o mores, gefundenes Fressen voor wokeness,
dat was Schepdaal toen in de verre jaren vijftig voor mij,
het dorp van geuzebrouwerij Eylenbosch op weg naar Brussel
waar het superbegenadigd pocketwielerfenomeen 
groot is geworden maar niet te, gewoon groot genoeg
om als een glanzende bolide door het peloton te razen,
met genen om U tegen te zeggen, dank Agna, dank Patrick,
het zorgzaam klokhen-ouderpaar par excellence,
een koppel tot in de nok gevuld met liefde voor hun zoon,
levend in een golvend groen landschap waar Breughel ooit
met een houten lepel door zijn muts en penseel in de hand
heeft rondgewandeld en in het nabije Sint Anna Pede
zijn schildersezel neerzette om er bucolisch te keer te gaan
met smakelijke boerentaferelen om de vingers bij af te likken.

-III-
Brutta caduta di Remco
of de Lombardische tragiek van 2020

-IV-
Faucon Remco
-Liège-Bastogne-Liège 2022-

-V-
Remco por favor
-voor Renaat Schotte, na de 18de Vuelta-etappe-

-VI-
Panamaremco in Madrid

De Spaanse hoofdstad ziet de triomfator naderen 
in een vuurrood shirt waarop een dag eerder tranen vielen
uit ongeloof, dankbaarheid en diepmenselijke emotie
verzameld in een wenende Remco nu was volbracht
waar hij al jaren ascetisch had naar toe gewerkt en
Belgenland nog veel langer op heeft gewacht:
een grote Ronde als beschaafde scalp aan de gordel.

In het Prado buigen de Oude Meesters het hoofd en
bergt de Guernica voor één dag zijn tragiek op,
een verrezen Picasso geeft met zachte penseeltrekken
elk menselijk gelaat en ook de paard- en stierenkop
een bloedrode glimlach, oorlogsgruwel die heel even
plaats ruimt voor de onvolprezen Vuelta-zege
van een toffe jonge man uit Schepdaal.

Merckx, Van Impe, Maertens en De Muynck ontvangen
een glanzende Remco in hun Grote Ronden-vergaderzaal,
de ban is nu gebroken, aan de Madrileense hemel
kleurt een ongewone regenboog geel, rood en roze,
ik plaats Remco op een verdiende piëdestal waarop
hij vooral als mens groot staat te zijn en geniet volop
van zijn exploten in het land van Don Quichot. 

Heel even worden Poetin, energieprijzen en klimaatsores 
on hold gezet en zorgt de koers voor zalf op dagelijkse wonden.
En om onze nationale held in kunststad Madrid artistiek te eren
voor al het sierlijks wat hij ons snel fietsend biedt
doop ik hem kort en eenmalig om tot PanamaRemco,
de nieuwe Meester der snelle mobieltjes op asfalt.