KRONIEK VAN DE TOUR 2024

in drie epische episodes

week 1

Barmhartige Bardet

Een mini-Giro om de Tour op te starten:
elk jaar kwijnt Frankrijk verder weg
in de steeds buitenlandser wordende topkoers
waarin monsieur Prudhomme zijn portefeuille
voor de meest biedende opengooit om daarna
als een zelfvoldane man van lichte zeden
in zijn bloedrode sponsorauto een groot uitgevallen
karikatuur van Napoleon staat of zit te zijn.
Firenze als startplaats: Leonardo da Vinci ziet
hoe zijn stad in een korset van carbonbuizen wordt geperst,
het mondaine Rimini begroet een paar uur later
Romain Bardet die met de hulp van Frank van den Broek
-de Hollandse versie van onze betreurde bimbo d’oro VDB-
de eerste gele trui om de frêle schouders krijgt,
de ultieme bekroning voor deze Barmhartige Samaritaan
in een peloton dat doorgaans weinig of geen genade kent.

Cia caro Pirata !

In Cesenatico wordt Marco Pantani elke morgen
wakker gekust door diepblauwe Adriatische zeegolven,
de gestolde piraat weent zijn versteend drama los
in duizend onbegrepen tranen waar de Tour nu
eerbiedig het anders zo hautaine hoofd voor buigt.
In de sacrale stilte van haar gekwetste huis prevelt
mama Pantani haar dagelijkse klaagzang
over de gevallen engelzoon van wie zij de onschuld
hardnekkig blijft verdedigen, haar Pavese leeft.
Tussen zoveel moederverdriet is geen speld te krijgen,
ook niet door Kevin Vauquelin die in Bologna
zijn jour de gloire met een spaghetti bolognaise bekroont.

Eritrea kleurt Torino

Op weg naar Torino sterft Fausto Coppi in Tortone
zijn zoveelste gitzwarte malariadood,
de ultieme campionissimo knikt goedkeurend
wanneer het verre Eritrea door Binam Girmay
naar een nooit eerder geziene hoogte wordt gepusht,
een Parnassus waar alleen blanke goden thuis waren.
In mijn kinderjaren ’50 zag ik elk jaar één keer                                                                                   -1-
een zwarte man in hagelwitte kiel die op de Pasenkermis 
in een papieren puntzak anijsbollen verkocht,
Binam is nu de exquise snoep voor mijn smaakpapillen,
ik savoureer deze exotische en sierlijke atleet
die er niet meteen als een rasecht spurter uitziet
maar wel over de gratie van een snelle bolide beschikt,
de verrassende magie van een flitsende zwarte Ferrari.

Bergaf Gigant Galibier

Het granieten monument genaamd Galibier levert
een snelst dalende gele Sloveen op met Valloire
als potentiële zelfmoordaankomst.
Zonder dat er doden te betreuren waren.
Ik snelde er ook een paar keer naar beneden
maar steeds met de verkrampte vingers aan de remmen,
ooit zag ik de Tourmalet afdalend het cijfer 70 
op mijn computertje verschijnen,
de schrik sloeg me om het hart bij zoveel dwaasheid
op twee flinterdunne reepjes rubber.
Remco remde, ik kon hem daar in volgen,
thuis wachtte zijn familie, inclusief Penelope.

Recordman Panter Cav

Cavendish die terecht wordt neergezet
als de Manx Missile heeft in Saint Vulbas
de mij onbekende heilige aan zijn kant
wanneer hij als een veelkleurige panter pijlsnel
van gat naar gat springt en welhaast
met de vingers in de snuivende neus
het stoomstormspurtend peloton het nakijken geeft.
Ik zag ooit in de Tour de Suisse van 2010
Cav voor mijn ogen in een horrorsprintcrash 
tegen het asfalt gaan: ik hield er mijn hart vast.
Dat nu enthousiast en onstuimig voor hem klopt.
Bieke Purnelle columnt in de krant
dat dit soort exploten van het wielrennen
de allerbeste sport in de wereld maakt.
Please, Bieke, voeg er nog de allermooiste aan toe.

Geen remmen op Remco

De dag nadat Groenewegen zijn gelouterde ziel
tussen opvallend gerespecteerde dranghekkens 
in Dijon-le-Moutarde triomferend over de eindmeet gooide
brak de gloriedag van Remco Chrono aan:
de Schepdaalse bolide duwde 25km lang                                                                                                    -
al zijn power uit de magistrale dijen.
Deze tijdrijder pur sang, Belg met de grootste motor en
heerser in het ultieme nummer van de wielerwaarheid,
een streling voor het koers minnend oog dat zich
niet laat verleiden door wat geel gescharrel in de marge
van het dagelijkse Tourverhaal. Als nog iemand twijfelt
over wat Remco in zijn mars heeft
bindt hij nu best in of maakt zich anders cito presto
aan meer dan 50km per uur uit de lome voeten.

Le Grand Fusil knalt niet langer meer

Terwijl Evenepoel zijn sterkste wapen bovenhaalde
viel in de buurt van Clermont-Ferrand het grote hart
van een al even grote oude Tourcoryfee stil:
Raphael Geminiani, bijgenaamd Le Grand Fusil
om een reden waarmee je vooral erotische kanten uit kan
ontsnapte ooit aan de zeis van de malaria-dood
die Fausto Coppi toen fataal is geworden.
Gem haalde net geen honderd lentes.
Zijn fiere karakterkop met brillantine in het haar,
het mooie palmares met veel hoogtes in de Tour,
zijn eerlijke en open kijk op het dopingspook:
ik koester deze seigneur van het Franse wielrennen en
treur nu extra omdat ik hem vorig jaar bezoeken wou
in een rusthuis in Pérignat-sur-Allier.
‘Je vous attend, monsieur le poète’ zei hij aan de telefoon
maar de dag voor de afspraak haakte hij af,
zijn ‘Je dois aller à l’ hôpital’ kon me niet gans overtuigen,
zijn zoon schreef me wat later verontschuldigend
 ‘que son papa n’ aimait plus la publicité’.
Aartsengel Raphael ontfermt zich nu over het grote hart
terwijl Yvette Horner voor hem de musette speelt.

Biniam boven

Groene Girmay haalt snel zijn tweede gram:
de donkere superatleet met de hagelwitte tanden en
een glimlach die elk kil hart doet smelten
laat Charles de Gaulle jubelen in zijn statig graf
dat in Colombey-les-deux-églises waakt over
de resten van de dapperste aller 20eeuwse Galliërs.
De generaal die twee wereldoorlogen strijd leverde
tegen het moordend Teutoons geweld bekroont
de Eritrese held met het Légion d’ Honneur waarmee
meteen ook gans sportend zwart Afrika wordt gefêteerd.
Girmay die zich in een onberispelijke stijl net als                                                                                      -
Abdel Kader Zaaf een glaasje wijn mag permitteren.
Maar daarna niet uitgeteld en uitgezakt tegen een boom
zal moeten boeten voor een overdaad aan alcohol. 

Gravel of moet er nog stof zijn

Een mini Strade Bianche op weg naar Troyes
waar de champagne royaal wordt ontkurkt
voor de moedige renners die door het witte stof
zwart voor de ogen zien en hoestend het einde halen,
opgejaagd door de pantsers van Erwin Rommel
in een woestijnoorlog van kamwielen en derailleurs.
Jonas, Wout en Primoz, de grote ongeluksrenners 
van het voorjaar verdienen alle stoflof
omdat hun getergde longen dit hebben overleefd,
de pijngrens van renners is hors concours,
dit zijn geen luxepaarden die achter een balletje aanhollen,
kijk naar hun getormenteerde koppen, de gelikte wonden.
Jasper Stuyven bijt zijn sterke tanden stuk,
o onmacht bij deze oneerlijke overdaad aan net niet,
voor Anthony Turgis knallen de champagnekurken
als keurig afgestofte muziek in de oren.