(°5 februari 1940+19 april 2025)
De glans van een rijke ritzegereeks in de Tour zit
nog in zijn oog dat speels de wereld vat
in levensritten die niet altijd over rozen gaan
maar als hij uit zijn rijke retro-voorraad put
gaan zijn forse handen heftig in de lucht zoals
op die gloriedag in Wevelgem toen hij de scalp
van de grootmeesters Merckx en De Vlaeminck
met panache en big speed aan zijn gordel hechtte.
Hoban-Simpson, een miniploeg die vooral
op die Spaanse wereldkampioenschapsdag
met Brits flegma uit de koershoek kwam,
San Sebastian en Lasarte zouden na die
glorieuze septemberdag van 1965 voor altijd
met sterke Albion-tinten worden ingekleurd.
Wat Barry twee jaar later met zijn vriend
gebeuren zag tekent nu nog elke dag zijn leven,
de Ventoux nam maar gaf alleen de dood terug,
Tom werd er martelaar en maakte wie achterbleef
getuige van een strijd die niet te winnen was.
Barry werd de ultieme steun voor Helen en
voor de meisjes ook de nieuwe vader die met zorg en liefde
de grootste pijn uit de verlaten harten deed verdwijnen,
een man die nu graag gekoesterd wordt in de rust
die hij in het immer groene Wales gevonden heeft,
hij, de rots in de branding van het genadeloze drama.
Gedichten over Tom Simpson/uitg. De Muur 2017