De berg

je hoeft niet zelf tegen een berg op te zien
om in het moderne gedrang
positie te kiezen

heel de wereld is toeschouwer
een wereld die sowieso door gewenning wegkijkt 
zwenkend op het zelf getrokken lint 

soms duiken er bij zonsopgang
buitenbeentjes op die witte leuzen kalken
ze beperken zich veelal tot één woord 

voor de al dan niet in het zadel gekozen kopman
is een fout stuurlint het enige houvast
verder oogt alles zwart vanuit de dalen

‘daar is dan de zwarte strook’ meldt de duider
nog maar eens ten overvloede
‘hierna vlakt het af tot vals plat’

hoe doortrapt kan de werkelijkheid zijn
maar – 
we krijgen hem wel klein
de berg