De renner is zijn pijn
(I.M. Paul Haghedooren)
Niets loopt spaak als hij rijdt en op dun metaal
zijn wereld bouwt. Hij waagt en woedt,
schiet als een bebrilde duivel kurkdroog
van zijn belagers weg. Opstand snijdt hij
met het grootste mes. Achter hem vloekt het,
draait het vierkant als de wereld. Men schuift
het decorum in, men brandt en sterft voortdurend
in het wiel. Wat in hem herkenbaar wordt:
Elke ren is een soloren en voorbij de pijn
haalt hij ultiem de weelde in en lijdt alleen.
Zo total-lossgelaten jongleert de renner met zijn pijn.
Als een dichter over de kinderkoppen van het blad.
Steeds is er wel iemand die, in zijn spoor geklit,
in het zicht van de aankomst daaruit te voorschijn komt.
Zodat hij zich opricht reeds, zich opmaakt om
zijn overwinnaar alleen en verloren achter
te laten met meisjes en schaamte in ruikervorm.
Paul Rigolle