Tour du Faso

Aan de staart van het peloton
Koen de Koker en Wout Conijn,
diens compagnon. Voorbij de pijn
Ibrahim Alzouma, de Nigerijn.

Onder het  baldakijn, de hete zon,
de lege lucht zegevieren
schaamteloos Coppi’s godenzonen.

Maar de bloemen en de kussen
van mijn lief zijn voor
Moosa Lawal, Gado Yahaya,
Sama Kouaka en uiteraard
voor Ibrahim als ook hij
in de uithoek van mijn dromen
aan het slot van deze klucht
te voet is aangekomen.


Albert Megens