De wielrenner

-Ode aan Rini Wagtmans (en alle andere wielrenners)-

Wij lagen minutenlang een eeuwigheid
naast het parcours in de sloot te wachten
op de grote helden van de koers
Waar wij een peloton verwachtten
kwam een afgescheiden eenling op ons af denderen
de zeemleren broek strak om de dikke dijen heen/gespannen
zijn fiets als rijpaard omklemd
met een wit plukje haar tussen zwarte krullen
Rini duwde zijn wondere wereld aan ons voorbij

Wij hebben zelfs gefloten om Rini te laten winnen
en één ogenblik keek hij in onze bewonderend blik
Hij zoefde voorbij zijn kont even opwippend
alle kracht geperst uit dat solide lijf met strak geschoren kuiten
geolied lichaam en soepele tred gesmeerde ketting
wij met open monden gapend naar die souplesse

Tussen het toeterend geweld van volgauto’s
en achtervolgers roepend naar de kant
zagen wij hem nog net even voor het ingaan van de bocht
een rochel uit zijn diepe keel tevoorschijn schrapen
en spugen richting zijkant waar het publiek
de betovering van het brute fietsen van net daarvoor
verzoop in vloeken en gesmoorde kreten:

de held van zo-even verdween voorbij ons gezichtsveld
en bijna hadden wij de grond met zijn fluim eerbiedigend gekust

Zijn zeemleren kont met het witte plukje bleef voortaan
voor eeuwig op mijn netvlies staan


Kees van Meel