onder het spandoek, op de betonstroken
van de Kiezelstraat
lag de vertrek- en aankomstlijn,
na de hoogmis, de processie ter ere
van de H.Odilia en de opening
van de kermis
druppelden ze binnen
de drie Steegmansen, de gebroeders
Nassen, de zeven Hollanders
en vijftig anderen
om in café de Zwaan
een rugnummer
te halen
en zich om te kleden
in washok of keuken
van slager, vélomaker,
kruidenier of molenaar,
overal geurde het
naar massageolie,
terwijl Johnny Hoes
vanuit rups, draaimolen
of schiettent
onophoudelijk
och was ik maar bij moeder
thuis gebleven
jammerde
liepen wij opgewonden
door het dorp,
heb je die Flandria, die Libertas,
die Mercier, die Groene Leeuw
gezien?
en wie gaat er winnen,
wie is er in vorm,
wie is er in staat
de plaatselijke favoriet
te verslaan?
iedereen hoopte
dat Harie van de schoenmaker
zijn kop erbij zou houden
dat hij zijn krachten
zou sparen
dat hij niet onnodig als een gek
aan het peloton zou sleuren,
helaas, hoe mijn vader ook
gilde aan de kant van de weg,
Harie kon zich niet bedwingen,
je zag het aan de grimas
op zijn gezicht,
toen het er echt op aan kwam
was hij helemaal leeg
van al de gaten
die hij had gedicht
Miel Vanstreels