(Gedicht voor Eli Iserbyt)
Tussen Veld en Aula zoekt hij elke dag opnieuw
de grenzen op. Limieten liggen nooit lang vast.
Wasbord of balken, cross of koers, kruis of munt.
Geen hindernis houdt hem tegen. Wielen zuigen
en zingen in modder en grind. De geest is fel,
de blik richt zich op de einder. IJzer heeft zich
in zijn naam geschreven. Als weegschaal staat hij
in de sterren. De beeldspraak gaat wat zwellen:
Buskruit en poeder heeft hij in de benen en
voor je het weet omschrijf je hem
als natuurtalent en pocket-krijger. Man van
Bavikhove en van de hele wereld de kampioen.
Paul Rigolle