dat wielen over keien dokkeren
je kent het geluid van eigen banden
elke keer door een gleuf op de rand
van evenwicht je verliest of wint
per seconde wel honderd keer
maar de echte knoesten duiken kunstig
op de groeven van de weg met snelheid
lef en ware doodsverachting
de duivels van de kasseien tekenen
hun harde stenen dijen kronkelend
subliem in stijl onbeheersbare hartstocht
in een altijd gespierd wezen met aanslag
op de polsen of gebroken sleutelbeen
maar blijven bonken naar die eindstreep is
de maat van alle dingen
Kees van Meel