Hoe lang kan de veertigplusser de benen blijven strekken
de tenen blijven krommen in vastgeklikte schoentjes
te smal voor de ingesnoerde lusten van zijn lichaam
te klein voor zijn ingezwachtelde ambities van nu
toen nog volop in potentie en vooraan in de strijd
de knuisten het stuur omklemmend alsof hoorns
het stierenvocht sijpelend uit bilnaad en langs helm
het zweet lekkend uit de poriën en bloed spugend
de adem snokkend langs adamsappel de longen haast
geknapt door druk spanning of teleurstelling ook
vaak met fiets het asfalt gezoend maar liefkozend opgepakt
in blinde liefde voor het vak van beulsknecht op de weg
wanneer wordt de laatste bidon gevuld met bloed monsters
en paspoort met geheime waarden nabruisend nog van
onvervuld verlangen om naar die ene geklopte koers
terug te kunnen in die vluchtig voorbije roemwereld
maar vooral hoe lang je nog die 180 slagen per minuut
uit het hart pompt als ritme van de ware kampioen
maar 20 slagen minder in de laatste test
of was het dertig zelfs
Kees van Meel