Ingehaalde tijd

met zijn scherpste mes snijdt hij de bochten aan
de tubes smeren zich breed uit over het asfalt
remmen breken de luchtweerstand te laat

hij overspeelt zijn hand blokkeert het voorwiel
duikelt in een vreemde boog het drassig weiland in
zijn bemodderd shirt staat hem als een koningskind

trots klieft hij dan verder de dwarse wind door eervol
fladderend langs veelkoppig publiek dat adoreert

op mystieke wijze davert hij door maar zijn trappers
malen gewoon de wegen onder hem weg hij snelt

ijlt wappert vleugelrijk op het vliegend tapijt even
kunstig als de wolkendekens boven hem zijn shirt

bemodderd maar stoer begeleiden naar het einde van (een) tijd


Kees van Meel