Ooit deelden wij hetzelfde
Lotto-ploeg-bed:
Tarbes trilde onder de Tour-koorts en
de nacht
was zwoel van het voorbije koersgeweld
zodat alleen de slaap voor soelaas kon
zorgen.
Maar dat was zonder de waard
van Jefs’ snurk-records gerekend:
hij trok koersdromend al zijn
klankregisters open
zodat ik me in Waterloo of Dresden
waande,
alom Stalinorgels en knetterende
mitrailleursalvo’s.
Tot groot vermaak van de renners,
’s anderendaags aan de ontbijttafel.
Maar voor de rest géén slecht woord
over deze voedstervader van de
pelotons,
deze mommelende Sancho Pancha met De
Kimpe-buik
bij wie Tchmil, Baguet en vele anderen
als gehoorzame koerszonen de krachten
vinden
die hen de vleugels naar de zege hebben
gegeven.