voor mijn vriend Valrie
Ze worden niet altijd met de nodige égards bedacht,
de renners die zich uitsloven voor de roem van anderen,
ze gaan kilometerslang lang tekeer alsof hun leven er van afhangt,
malen de eindeloze afstand tussen opeengeklemde tanden,
de mond opengesperd boven de open rits van het shirt.
Zo zag ik vandaag Monfort in de wind op weg naar Nimes
tussen rijen dorstige platanen aan de slag met puur labeur,
de krachtige Ardennees die al jaren in de inkom van het restaurant
Le Vieux Chêne in Nadrin in zijn kleurenfoto staat te pronken.
Maxime is onze eigen Belgische versie van Tony Martin,
-genaamd Der Panzerwagen-, eveneens altruïstisch pure top.
Monfort, terecht met het woord sterk in de familienaam,
stevig gepantserd tegen luiheid en verval
zoals de tank die in Bastogne zonder oorlog staat te pronken.
Dit is het soort renners dat ik koester, voor hen kijk
als het moet urenlang naar het monotone koersen,
zij zijn de gladiatoren in de arena van de Tour.