Ter hoogte van het voormalige eiland Cadzand spring ik
kwiek op het harde zadel van mijn zacht snorrende fiets.
Ik rij naar het noorden en stop even op de markt van Groede
waar ik rustig een groot stuk Groese paptaart eet.
In Breskens stap ik met mijn fiets op de stampende veerboot
en aangekomen op de overoever ben ik al dicht bij Veere.
En wind of geen wind; ik pedaleer als een deftige heer
naar Domburg aan zee waar de mooie meiden wachten.
In Zoutelande kies ik dan voor een zwarte boerenkoffie
en een broodje met jonge haring of maagdenharing.
En in Sluis kom ik weer thuis aan het eindpunt van de vaart.
Hendrik Carette