Poupou in pace
Lente 2016, Saint-Léonard-de-Noblat: het stadje in de Limousin
ademt koers want dit is het rijk van Raymond Poulidor,
ik sta er voor de crèmekleurige villa met nr 14 en
aan het grijze hek een bordje dat verwittigt voor de hond
met een baas die te braaf is om bezoekers af te houden.
Na een druk op de bel blijft het hek dicht en ik op mijn honger,
dan maar een snel briefje in de bus en een paar dagen later
een vriendelijke brief terug. Met als surplus een gesigneerde foto.
Zo miste ik Poupou, zo blijft hij me op zijn sterfdag bij
als de grote en geliefde afwezige die overal present was,
de brede glimlach om de volle lippen, de sierlijk gestileerde benen
in zijn vele trouwe jaren met Mercier-trui om de borst,
het tatertaaltje als een met warme woorden gevulde musette.
Het rennershart ligt nu te rusten in het ooit zo sterke lichaam
dat bij gebrek aan adem de eindmeet heeft gehaald.
Maître Jacques Anquetil verwachtte zijn eeuwige rivaal,
zet zich klassiek in zijn wiel maar dan plots een spurt in op weg
naar een hemels lief, ach, Normandisch playboy op een tijdritfiets.
Op dezelfde lentedag van het gesloten huis zonder Poupou
wandel ik de Puy de Dôme op (fietsen is er niet toegestaan
wegens het hoog juffergehalte van dit vulkanisch natuurgebied):
ik proef het Tourzweet dat Jacques en Raymond er anno 1964
schouder aan schouder klimmend hebben achtergelaten,
o zalig door twee wielergoden gedistilleerd elixir,
o zoete smaak van door renners geproduceerd zout,
o gegarandeerde permissie voor deze contradictio in terminis !
willie verhegghe