wat een geeuw achter de komma brengt
is niet meer dan zuurstof inhaleren voor de zomer
een lange winterhang aan de garagemuur
leidt tot stilstand in de adem van gewrichten
het balhoofd krijgt een stijve nek, de botten haarscheuren
en de kransjes smeken om wat mantelzorg
zelfs een zadel kan niet maanden roerloos blijven
de inkt van de oude toerkalender is allang verwaaid
in de kromming van windkracht negen
de lente nadert, hoewel het stevig kasseien klettert
op de Muur, je emmer halfvol is en je de druppel vreest
of juist een lek, na het regenvirus van een dag of twee
de fiets en jij, ze roepen om hun moeder en een lenteavond
Bert Struyvé