of de herfst-Gent-Wevelgem van 11 oktober 2020
Nu al meer dan dertig jaar en dus hondstrouw
naar Kemmel afgezakt voor een feestdag
met de geur van ketting- en massageolie.
Corona duwt supporters metaalkoud weg
achter de ongenadige dranghekkens van het virus,
geen applaus of spanning op de Kemmelberg
die anders als een gezwollen koerszwangere buik
in het uitgedoofde oorlogslandschap trilt en beeft,
de gekasseide bult ligt er nu doodstil bij zoals
na een zoveelste gruweldag van de Groote Oorlog.
Ik sta onder de grijze miezerige hemel
op het Kemmels dorpsplein, de kleurrijke anaconda
van het peloton slingerslalomt voorbij,
Van Aert slaat een onverstaanbare kreet uit,
ik zie vuur en zegedrift in zijn donkere ogen,
Cavendish neemt de bocht op toekomstige tranen,
good old Greipel heeft problemen met de fiets,
of: Wout als gele slechtvalk op mijn trillend netvlies,
Mike met het nakend afscheid in de ogen,
Andre een bleke, zachtaardige Panther Panzer.
Treurnis om een geamputeerde klassieke koers,
alsof een onzichtbare renner me in de spurt
sans rancune de pas afsnijdt en ongeremd glorieert.
Maar plots de gulle glimlach van Zanini,
de oude krijger die me vanuit de lichtblauwe hemel
van zijn Astana-wagen herkent en uitbundig groet.
Arrivederci amico Stefano !