Een klein land maar groot in zijn wielerdaden: Slovenië,
hier stond de wieg van Roglic, Pogacar en Mohoric,
hier groeit koerstalent zoals granaatappels aan de bomen,
explosief van naam en zegezoet van smaak.
De kleine Franse springveer met om de torso de regenboog
zou in de finale zegezeker zijn beslissend bommetje gooien
maar niet dus, niks van, nada, niente, rien de knots zoals dat
wel eens in mooi en dus veredeld Vlaams wordt gezegd:
Julian zwiepend van links naar rechts, continu omkijkend,
hyperkinetisch jongetje dat de Ardennen onveilig maakte
met zijn gediskwalificeerd Von Rundstedt-offensief.
Voor het overige geen slecht woord over de Lefevre-poulain
al is er voor Patrick nog heel wat werk aan de winkel
om dat wielerwoelwater rechtdoor te laten rijden.
Zijn stuur en kopje vastvijzen is een bescheiden suggestie
al heeft derde hond Roglic uit de chaos à la Philippe
nu een La Doyenne-zege gepuurd, een kleine pleister
op het houten been van zijn finaal gemist Tourgeel.