VAN MUUR NAAR ANGLIRU

Allerheiligen 2020
-voor José de C. en Renaat S.-

Kijkend naar een Vuelta-rit in volle coronaherfst en
met als venijnig stekelige kers op de koerstaart
de Iberische reuzepestpuist genaamd Angliru,
een col als ongenadige wespenangel die de kuiten
met al zijn Golgotha-attributen prikt en geselt.

Misericordia ?
Medelijden behoort niet tot de woordenschat
van het meertalig peloton, hier geen genade
voor renners die met verlamde kop en kuiten
tegen de moordende muur opklauteren
met al wat hen nog rest: het leeglopend reservoir
van de bijna kompleet opgebruikte krachten,
de weerbarstige wil om toch nog verder af te zien
in een strijd die ongelijk en dus niet te winnen is.

Ik zie Alva en de Spaanse koersconquistador 
genaamd Angliru, ik voel en zie het zwoegen en
de pijn en denk aan de voorbije zwoele zomerdag 
waarop ik met kleinste kleinzoon Vic -elf-
mijn grage Geraardsbergse gesel genaamd Muur opreed,
ik, oldtimer-flandrien met meer dan zeventig lentes
op de doldraaiende teller van mijn arm hart,
het jong getaand geweld dansend over de kasseien,
ik alleen maar uit op de gratie van de Madonna op de top,
mijn mini-Angliru en calvarie met daarna wel
de verdiende zalige tandem douche- fauteuil.