Een Bijbelse Verrijzenis

of het wonderjaar 2020 van Wout Van Aert

-uit: De Muur nr 71-

 - I -
De Val (tijdrit Tour 19 juli 2019)

Die mooie tricolore trui bekroond
met het knap donker kopje onder de helm,
de magistraal duwende dijen:
het kon niet stuk die dag, in een rit tegen de tijd 
die op satellietvleugels de wereld rondging.

Tot de Tour het toneel werd voor Grieks drama
waaraan zelfs Sophocles een duim kon zuigen:
een fatale bocht naar rechts, het rouwzwart asfalt,
de namiddagzon als kil flashlicht op de dranghekkens,
het Romeins fatum vermomd als ijzeren wachters,
geen zegebloemen of wulps kussende Misses 
met eindeloze benen en rood gestifte lippen: 

Wout haakte in wat hem moest beschermen,
een bot scalpel ging door de zwarte broek en
haalde de strakgespannen dij ongenadig open.
De hemel gooide een treurgordijn over renner en
blootliggend vlees. Bloed en vernieling.

- II -
De Verrijzenis (Strade Bianche, 1 augustus 2020)

Toscane -stukje landschapshemel op aarde-
ziet hoe de Christus van de koers verrijst,
alom wierook en jubelzang van engelen
over zijn gehelmd hoofd. Dat zegeviert.
Vergeten de pijn, de diepe wonde, 
de Adonis van het Belgisch wielerheir verschijnt
wonderlijk hersteld en krachtiger dan ooit in een decor
dat door dichters amper in verzen kan worden gevat.

Het wit stof stuift wild de lucht en de longen in,
ogen tranen, bruingetrainde spieren knarsen onder
de zandstorm in het hart van dit toeristisch Mekka.
Wout weegt zijn rivalen, bevindt hen te licht,
zelfs de muziek van hun namen 
-Formolo, Stybar, Fuglsang- verstilt
bij de overmacht van zijn paukenslag, 
zij breken in zijn wiel, zien hoe hij wegstuift,
steeds maar kleiner wordt en uit het zicht verdwijnt.

- III -
Piazza del Campo (Strade Bianche II met Paolo Conte)

Op de tonen van de doorrookte zang van Paolo Conte
in zijn ode aan campionissimo Gino Bartali
blaas ik met een woordenwind het gezouten stof van Wout,
weg de verstikkende wolk van Toscaans grind 
dat renners tot woestijnsoldaten van Rommel maakt en
hen in het hemels Siena verlost van bloeddoorlopen ogen.

Vincitore Wout, brok genadeloos graniet op gravel,
getooid met rijke lachrimpels en een blonde kuif
op de met gracieus grinta getooide knappe kop:
old fashioned aanvallend renner naar mijn hart,
nooit holle praat met zijn zware diepe stem, 
op de strak klassieke Piazza del Campo
stijlvol de horrorcrash in de Tour wegwissend,
Caesar in Siena heersend over de koerscohorte.

Met als niet te versmaden toetje op de koerstaart
zijn zwanger vrouwtje Sara geduldig wachtend
op de verwekker van het mini-rennertje dat
in haar buik opspringt bij zoveel prenataal geluk. 

- IV -
Milano-San Remo in estate

Deze keer geen Primavera of ontwakende lente
die zich opwarmt om in de glanzende serres
op de flanken van Cipressa en stijgend asfalt
tomaten van groen naar rood te laten uitgroeien
tot de smakelijke kronen op het Italiaanse pastawerk.
De Capo's Mele, Cervo en Berta dit keer weggesneden 
door het vlijmscherp scalpel van het coronavirus.

De zomer-Poggio baart een muis met drie koppen:
mijn buurjongen Aimé De Gendt speelt alles of niets en
doet de tifosi nerveus uitzoeken wie die vermetele is,
maar zijn séance op de grote wielerscène is van korte duur
wanneer kwikzilveren Alaphilippe op de laatste puist
naar een zegekopie van vorig jaar wil snellen.
De gele Jumbotrui van Wout warmt als een zonnepaneel 
zijn batterijen op tot hij in het wiel van de Franse springveer
zit en glorieus zijn rijk krachtenarsenaal ontlaadt.

In zijn nek de hete adem van een naderend peloton
dat in het explosieve duo gefrustreerd zijn stuur stukbijt en
dan maar collectief de moegestreden hoofden buigt.
En vrouwtje Sara die met slechts één week verschil
opnieuw in de sterke armen van haar gladiator valt.

Die avond kroont Kirk Douglas in de sterrenhemel 
Van Aert tot de nieuwe Spartacus op koerswielen. 

- V -
De Tour van 2020 en daarna

Een verre nare droom en opgeborgen nachtmerrie:
de horror-Tour van vorig jaar wordt uitgewist
met de heerlijke geur van twee zegeruikers:
Wout die zich de ene dag uitslooft als luxeknecht en
de andere met scherpe Visma-visie de spurt wint.
Vergeten het bloed dat het asfalt van Pau bevlekte
met de kleuren van AC Milan, warm rood 
dat open spatte op het nachtzwarte wegdek. 

(O, wat zou mijn  geliefde Tour-accordeoniste Yvette
deze coureur graag op het podium hebben gekust.
Met in haar rossig achterhoofd de wals 'Espoirs perdus'
die na een jaar lijden niet langer meer bij Wout paste.)

De weken daarna het défilé van de dichtste ereplaatsen
die aan het einde van het samengeperst wielerseizoen
drie maal een exquis verlengstuk aan zijn zeges breiden:
twee maal tweede  op de WKscène in Imolas en
daar bovenop nog nipt van Mathieu verliezen
in een kille en supporterarme Scheldestad.
Een spurt van reuzen met meteen daarna de omarming
op de fiets, ver weg de opgeklopte rivaliteit,
hier geen enkel spoor van rancune of verbittering
maar een warm menselijk sluitstuk op een koud virusjaar.