Een waar kampioen

vandaag
steunend op het verminkte stuur gekromde vingers
met een gebroken stang in onevenwichtige balans
over het asfalt sleurend naar de finish toe achterop
zijn maat die voor hem glorieert

morgen
strompelt hij winnend over elke finish
overmorgen
kruist hij de armen als triomfgebaar
gisteren
zwiepte hij na de meet de berm in
elke dag
jongleert hij op de fiets crost in het veld
struikelt hij over verhitte boomstammen in de
euforie van winst

tot nu toe ontsnapt hij aan het opleggen van
beperkingen ontsnapt hij aan de dranghekken
voor het wilde dier in hemzelf dartelt hij
vliegensvlug als dompteur met eigen oerkracht
rond in het circus van zweet bloed

juichend voor zichzelf of voor de ander is hij
de ware kampioen