Achterop

Een lege bidon rollend door de berm
slijmkots drijvend in ruwharig gras
en een vrouw die onrustig wacht
op de vereeuwiging van een held
herinneren hem aan zijn blinde vriend
die de top nooit bereiken zou.

Zo is ook zijn eigen tocht een lange
lijdensweg van staties, een helse klim
naar de calvarie, een kruisweg draaiend
in het rond.

De benen trappen dan wel trager, het
hoofd maalt echter helder door - nooit
blijft hij eenzaam achter, want ook
de doden rijden mee

op de bagagedrager