met oprechte bewondering voor Florian Vermeersch
Je zou zo'n renner toch moeten herkennen
aan de sterren op zijn helm
maar op dit feest van niet te tellen
tuimelpertes en mankementen
kan een moeder haar eigen zoon
niet meer in de ogen kijken
Zo'n Modderpoel, Vermeersch of Rutsch
tussen de spookrijders in zeven sloten tegelijk
Sint Médard, soigneur van Koeienvlaaien
krijgt grimmig toe hoe steeds meer renners
van de kasseien schuiven
het mest tussen de tanden
Sint Barnabas van Kwade Plassen
gooit nog meer modder op de weg
Het is slapstick met een macaber randje
Het is kermis in de hel
Het regent botsauto's en motards
Dit is het kasseiencabaret van het glibberigste soort
En o het smoelenwerk op de huiverstrook
met het ingezeept verlangen naar heldendom
Het is wachten op een moeder met een washandje
en de onoverwinnelijke geur
van Sunlight.