Luik-Bastenaken-Luik

Donkere Ardennenbossen omarmen de renners
met hun grote diepgroene liefde die waakt en slaapt
op een spits eindigend duizendvoudig naaldenkleed,
naaldhakken van hars met een lentefris geurend parfum.

De vurige stad Luik legt de Maas en Ourthe lam
als de koers zich ochtend-haperend op gang trekt,
zuidwaarts wenkt de stekelige Côte de la Roche
als eerste stijgende valkuil voor vermoeide dijen,
in Bastenaken ligt het keerpunt dat de renners
moed geeft om de noordelijke slottocht aan te vangen,
weg van het Ardennen-offensief dat hier doodbloedde
in jonge soldaten die net zo goed renner hadden kunnen zijn.

Na La Redoute en Stockeu op naar la Roche aux Faucons
waar een superieure Remco zijn ontembare vleugels uitsloeg,
op flinterdun zoevende maar ijzersterke bandjes die
de wielerveldslag moeiteloos hebben overwonnen,
een klassenrijk spektakel dat op het netvlies blijft gebrand.