Een ongenaakbare tsaar op de fiets,
een Harderwijker met Russische roots.
Hij kreeg een harde opvoeding
waarvoor niet te wijken viel.
Dit leerde hem evenwel,
zichzelf te harden,
om te volharden,
echt af te zien,
werkelijk te kunnen lijden.
Steeds weer, steeds verder
over de eigen pijngrens heen,
zodat hij boven zichzelf uitsteeg,
de ware vrijheid tegemoet.
Die van de solist,
ver van de anderen,
zwevend op de pedalen.
De man wiens passie voor de fiets,
zijn passie voor het leven was.