De een kan het beter dan de ander
in kort tijdsbestek de spieren vastklampen
aan de pezigheid van het lijf het ademsnakkende
pompen rondom het hart
de grenzeloze krachten bruuskeren de tijd
secondelang aaneengeregen tot minuten
in een zowat oneindig orgasme van een
meedogenloos masochisme vol spasmen
de mond snakkend opengesperd naar zichzelf
de ogen in onvergelijkbare trance van asfalt
zweet tranen het snot als braakbal van een
opengeklapte maag
de benen als martelwerktuigen de rest afsnijdend
van zichzelf in een allerlaatste poging de ander
te vermoorden door het eigen tempo
die pijn overwint het kunnen