of de Cavendish-calvarie in een Tourrit naar Limoges
Een ordinair stuk rouwzwart asfalt
als somber decor voor zijn afscheid van de Tour:
Cav kijkt triest en hulpeloos voor zich uit,
de ongenadige roofvogelblik van de rasspurter
oogt als een uitgedoofd vuur,
in het spoor van The Doors: this is the end my friend,
in je race naar het record dat je voor altijd
met de Kannibaal zal moeten delen.
Ik had hem dat uniek ritje meer graag gegund,
tenslotte was hij op kleur- en smaakloze Ronde-dagen
het snel spurtend zout op de patatten,
uit kwikzilver opgebouwd, springveer pur sang,
een lust voor het nerveuze supportersoog
wanneer de finish naderde en zijn rivalen
met de bibber op het bezwete lijf en verslagen
vanop afstand naar zijn rug mochten kijken.
Het ga je verder goed, Mark,
waarom nu niet naar Glasgow toewerken,
zelfs een jaartje meer kan nog,
weg met wat men respectloos slijtage noemt.