Een terugblik
Maar goed dat sporter en supporter tijdens herfst en
winter kunnen rusten na de maandenlange zware mix
van vertier en spier, de continu gespannen boog, van de roes
der overwinning naar de pijn van verlies en nederlaag.
2023 was met voorsprong het Jumbo-Visma-jaar,
de Hollandse pletwals van carbon en staal die uniek
met Johann Strauss-allure over Europese wegen walste,
Giro, Tour en Vuelta als fel begeerde koersscalpen
aan één en dezelfde gordel, de geelzwarte heren
Roglic, Vingegaard en Kuss als triomferend trio
over drie weken loodzwaar zweetlabeur,
dalend, vlak en klimmend in hemelse decors,
landschapsparels van sublieme schoonheid.
Maar naast dit magistraal afgeronde grote Rondenwerk
was daar vooral Mathieu Van der Poel die zijn vader en
grootvader in heden en hemel met ware exploten
een ongezien delirium bezorgde: twee topklassiekers,
de dubbele regenboog in het veld en op de weg,
Vliegende Hollander met dijspieren om U tegen te zeggen,
Adri was in fysieke vergelijking met zijn zoon een pannenlat
die als het moest en kon wel efficiënt en snoeihard ging.
Gelukkig maar heeft koers minnend België nog een Remco
die net als Campert maar dan op de Luikse Roche aux Faucons
met gulden vleugelslag voor poëtische finesse zorgde en
daarna ook nog een gouden wereld-chronorit heeft neergezet.
Van Aert was dan weer de barmhartige Samaritaan en
ongeziene altruïst met zijn royaal geschenkgebaar naar
ploegmaat Laporte die maar al te gretig incasseerde en
Gent-Wevelgem zonder schroom bijschreef in zijn zegeschriftje.
En ja, praten of schrijven over koers kan vandaag niet meer
zonder de kundig duwende dames op een fleurig podium
te plaatsen, met dit jaar de koninginnen Vollering en
Kopecky ruim op kop, Nederland-België 1-1 is hier echter
niet helemaal correct want Grande Dame Van Vleuten
was in haar afscheidsjaar ook nog prominent aanwezig
met een door overwinningen victorieus getint adieu.
We zullen Annemiek heel erg missen en wensen haar
nog menig pittig ritje toe vanuit hotel Interalpes
dat in haar geliefd Livigno respectvol op haar wacht.
Dichtgeknepen remmen
De voorbije herfst werden de remmen definitief dichtgeknepen
door heel wat renners die aan het peloton jarenlang
kleur hebben gegeven, zo ons behoorlijk crazy vriendje Sagan
die niet meer langer als een ongeleid projectiel
-maar steeds met panache mijnheer- op asfalt en beton
zijn speelse stempel drukte, deze Slowaakse Peter Pan en
Uilenspiegel die voor het origineel van Charles de Coster
zeker niet moest onderdoen, onberekenbaar als hij was,
explosief in woord en daad, een scudraket die jarenlang
op het eerder monotone koersen van zijn collega’s
ongenadig en soms met giftig geweld werd afgevuurd.
De Belgen zagen op hun beurt Van Avermaet afhaken,
de golden boy van het Olympisch Rio de Janeiro,
geen gekke bekkentrekker maar wel oerdegelijk
in het geselen van derailleur, ketting en pedaal.
Ik maakte hem in 2010 een weeklang mee als ploeggast
in de Tour de Suisse waar hij samen met Gilbert
de Lotto-equipe moest torsen, een zwijgzame Greg
naast babbelkanon Philip die de lakens uitdeelde en
alles met Napoleon-allure zonder tegenspraak dirigeerde.
Laat me hier nog één exit-coureur aan toevoegen:
Thibaut Pinot, Fransman pur sang, trouw aan één ploeg,
zijn immer wiegend kopje op de gestileerde body,
te veel beau garçon om zich in het zweet te rijden,
ooit kruiste hij mijn fietsend pad op de Ballon d’ Alsace,
ik moeizaam klimmend, hij dalend als een speer van spieren.
Interludium
Er bestaat geen echte wielerwinterrust
want gelaarsd en met een open sportgeest
voor modder en kou is daar nog het veldritploeterbad
waarin je beslijkte renners als notoire boerenpaarden
met hun wielen van carbon de klodders klei ziet klieven,
een spektakel waar verkeerd geparfumeerde dames
of verwijfde heren met een mietjeswalm van aftershave
hautain hun verwende neus voor ophalen.
Er is daarnaast ook nog het overdekt feestje genaamd
Zesdaagse: de schrale tweeling Gent-Rotterdam is
wat nog rest van het winters flitsen over een houten ovaal
dat is omringd met half- of full monty dronken supporters
die op het middenplein hun dorst annex honger stillen
met bier en worst, het corpulente succesduo van de piste.
Op naar 2024
Ver weg hoor ik al de wilde roedel ratelende derailleurs
van het nieuw seizoen, ik zie gebogen rennersruggen
in een klassieke strijd met de al even klassieke harde tante
die de natuur veelal is: hagel, vrieskou, stortbuien en
een ovenhete zon samenkoekend tot een unieke deeg
van vallen en weer opstaan tussen brandnetels en distels
met daar tussenin een zegeruiker van rozen zonder doornen.
En nu al mis ik de Misses die niet langer meer
hun royaal rood gestifte lippen uitbundig mogen tuiten
voor de dik verdiende podiumkus die noodgedwongen
het onderspit moest delven voor de zielige doodgraver MeToo.
O dwaze preutsheid, o ondergang van vrouwelijk schoon.
Lang leve de gepensioneerde billenknijper Sagan !