de bochten vlakken uit in de windstille namiddagregen
zodat witte glijstroken oplichten in blind asfalt
het opgevouwen lijf maalt er niet om, tart de gradenboog
de gestalte praat alleen tegen zijn navel, niets nieuws
het NK tegenwindfietsen over de Zeeuwse waterkering
is de evenknie van deze hemelse krachten
schaatsers, renners, scholieren legden eveneens ooit
hun fundament daar waar bochten overbodig zijn
waar lange wegen altijd waaien
naar een onbereikbaar geacht wattage
watje is dan ook geen verkleinwoord van –
de accugeneratie laadt zich mobiel op
tot virtuele sokkelbasis
waarop in de beste versie van zichzelf de ik
na een paar klikken de gepolijste hand in de zij zet
waar blijft het onvermoeibare dwaalkind op het speelveld
zonder vette banden, toen nog niet alles was gekleurd