Hij moet wel een heel lieve jongen zijn want
waarom zou de anders zo strenge papa Adri hem
met de regelmaat van een tijdritchrono
vertederend ‘Matje’ noemen, een verkleinwoord
dat de wielerreus tot een braaf ventje herleidt ?
Deze wondere mix van Poupou en Van der Poel
die de genetica alle eer aandoet en een renner
op de koersscène heeft gezet die als een Hovercraft
alle hindernissen neemt, een coureur samengevat
in een body die bulkt van krachten, met dijen om
U tegen te zeggen, met daarbovenop een kopje
dat nooit het hoofd verliest en met zijn pedaalslag
alle tegenstand op een schlemielig hoopje rijdt.
Modder, kou, regen, hitte, kasseien en zuigend asfalt:
een calvarie van eindeloos lang uitgerekte kilometers
die nederig het hoofd buigen voor dit fenomeen
dat als een pantserwagen door het landschap klieft,
op Vlaamse wegen omringd met knikkende knotwilgen,
in le Nord de la France met schachttorens van mijnen
die bewonderend hun ijzeren koppen voor hem buigen.
Koester deze renner, Hollandse broeders van de fiets,
leg hem van het veld tot het ovaal van Roubaix in de watten,
beleef hondstrouw supporterend zijn wondere exploten.