L-B-L

van bomaanslag en kampen

je fietst langs de hagen
in het aroom van meidoorn
en beneden wappert het koolzaad
zijn vlaggen van goud

heuvels met zilveren pluisjes
van paardenbloemen met beuken
en eiken die boven
het humeur van de dagen staan

je klimt en daalt
een oude man die mee mag doen
in zijn eigen jongensdroom
en je schakelt als een grote
als een heerser uit de geschiedenis
van de nietige fiets

het moet in mei gebeuren
wanneer het landschap is schoongemaakt
zoals men een huis opruimt
voor een gewichtig bezoek

mei is zo’n maand die jou medeplichtig maakt
die jou meevoert naar een zege
een roes van meer zintuigen
dan je vuige lijf nog had vermoed

want veel in zichzelf heeft men dood gewaand
tal van deuren gesloten
en achter de deuren het verderf:
mei doet ze open
met de lichte vingers van een meisje
en het zware denken haalt weer adem


Staf de Wilde