Mijn verzorgers en verzorgsters, mijn masseurs en masseuses
weten wat ik moet eten
tijdens het klimmen en het dalen en vooral tijdens het freewheelen.
Dit zijn mijn verplichte keuzemenu’s voor het hele wielerseizoen:
vier rijsttaartjes en twee groengele bananen,
vier geraspte appelen en een koude konijnenpoot,
vier rolmopsen in Luikse saus,
vierhonderd gram rauw rood vlees en een liter limonade,
vier broodjes gevuld met saucisson de Paris,
vier Geraardsbergse krakelingen en een liter groene thee,
vier kruisbessenvlaaien uit Maastricht,
vier broodjes met cervela en paardenmelk uit Koekelare
of gewoon vier droge worsten uit Koolskamp.
Dit alles om de vier dagen aangevuld met hormonen en ketonen
en in de winter minstens viermaal één liter verboden stierenbloed.
Hendrik Carette