ze remmen abrupt in het eerste schemerschijnsel
voor de gesloten slagboom; fjellveg stengd
roept een bord dat geen tegenspraak duldt
achter de slagboom een laag stenen met punt
stenen op de grusvei, waarop de eerste rijp
zich vastgrijpt, hogerop verdwijnend in bergmist
de twee gevluchte kunstenaars stallen hun
endurance, ontkurken de termoflaske en breken
zich stuk op het onderkoelde brood van gisteren
het is blijkbaar wintervroeg en al vrieskoud
wat nu? want
de slagboom strak en onverbiddelijk als grens
voor beleving, het hangslot zonder sleutel
dat glimt als foute kerstbal aan een brugleuning
ze besluiten ter plekke sowieso te overwinteren
met links de niet vaak beklommen berghelling
en rechts de peilloze diepte zonder bodemzicht
overwinteren tot ooit, ooit tot de warme tijden
gaan terugkeren, de warmte uit een diep dal
zoals vooralsnog varm vinterdrikk fra termoflasker