Nîmes / Tua Forsström – Johannes Kulset

‘Ik heb nog een andere man gekend’
Hij was manager van een grote wielerploeg
Of beweerde dat te zijn
Hij zei dat ik nooit een rit zou winnen
Ik zei dat geen renner uit zijn ploeg ooit een rit zou winnen 
‘s Nachts maakte ik tochtjes in de bergen 
sliep dan onrustig als een jonge hengst
In mijn dromen won ik nooit
Ik zit nu bij een team
van exuberante snorren
waar niet de hardste klappen vallen
Het is tanken in vertrouwen
Het is klimmen op elkaars schouder 
Na een dag tussen de cicaden
(een blauwe snor vatte even vlam)
wordt het schommelen in mijn slaap 
( rijd nog een paar extra rondjes 
op een dolle paardenmolen)

O, die man. Werkelijk al zijn renners kwamen buiten tijd aan.