HET KAAKSBEEN EN DE LEVER VAN MERCKX IN ZIJN INVALIDE TOUR VAN 1975

Fietsen op zondag

1975: de eeuw kantelde naar zijn vierde kwartaal,
de morbide geur van twee wereldoorlogen werd nog
opgehoest uit de overgebleven oudstrijderslongen en
leefde steriel verder in het eervol standbeeldbrons
waarin de waanzin van ontelbare gevechten lag gestold.
Ikzelf, dichter met de schwung van een dolle jonge vader en
de diepe liefde voor een vrouw die ik nu nog steeds bemin,
sloofde me tijdens de zaterdagen uit om een hoevetje
te restaureren dat meer op instorten stond dan dat het
aan een gezond herstel en verrijzenis deed denken.
De zondagvoormiddag was dan weer heilig voor de fiets,
samen met wilde gezellen stormde ik door de landschappen
van de Vlaamse Ardennen en het Pajottenland,
bekend voor hun grijze kasseien en kloterige hellingen.
De wereld en het leven konden voor mij niet stuk,
ik koesterde én terroriseerde een lila-kleurige Thompson,
mijn eerste koersfiets die ik met mijn schaarse centjes
bij Charel op de Denderleeuwse Voetweg had gekocht:
Charel Van den Borre was een al wat oudere fietsenmaker
met gouden reparatievingers in een veel te kleine winkel.
Het geliefde fietsje rust nu al decennia uit op mijn zolder ,
de lederen voetriempjes als anachronisme pur sang,
achteraan de magere vijf kroontjes maal twee,
een afgeleefd vehikel dat compleet temps passé is,
jonge rennertjes van vandaag zouden er gegarandeerd
hautain hun verwende neusjes voor ophalen
in deze tijden van gesofistikeerde fietscomputers en
ander blits materiaal op weg naar hoogst onzekere roem.

De blauwe Superia van Rik Van Looy

Tot in de beginjaren ’70 bleef ik stil hopen
om nog wielrenner te worden, een verlangen
dat met twee kleine kinderen niet realistisch was
want er moest brood op de plank komen,
dromen was me gegund maar zonder uitzicht
op koersen in een in heftige kleuren gehuld peloton.
Wie weet dacht ik toen niet vaak aan wat de stille Nescio
uit zijn obscuur stomend brein ooit zo ontluisterend 
op papier had gezet: “ Waarom heeft God
ook een mensch tot dichtertje gemaakt ?”
Ach ja, gedurende een paar weken in de zomer van 1971
was ik de fiere gebruiker van een felblauwe Superia waarmee
ooit Keizer Rik Van Looy Europese wegen had gegeseld, 
een sacraal stukje staal versterkt met Campagnolo-onderdelen
-van Shimano-afkooksels was toen nog geen sprake-,
ik kreeg de diepblauwe relikwie uitgeleend van Herman Sorgeloos,
broer van Edgard, jarenlang de super-luitenant van Van Looy.
Met dit historisch fietsje zou ik flink ontgoocheld tweede eindigen
in een artiestenwielercriterium waaraan ook Hugo Raes en Paul Snoek
– twee toppers van het toenmalig Vlaams letterenpeloton- deelnamen.
Mocht ik die fiets nu nog bezitten zou hij als een stalen Van Gogh
in mijn leefkamer aan het nederig plafond hangen,
koersfietsen die van onder wielerberoemde konten komen
zijn dure stukjes antiek, in mijn garage hangt zo ‘n exemplaar,
een bloedrode Time van Richard Virenque die er wellicht nog doping
mee van zich heeft afgefietst maar nu in la douce France
op handen wordt gedragen wegens Tour-klauterkoning en
bezitter van een kleerkast met gekke onesthetische bolletjestruien.
Intussen is recent ook de Keizer van Herentals dood en verdwenen,
tot stof en as verbrand of stijf eeuwig rustend in een kist,
de verzepende dijen en kuiten, de scherper wordende neus.
O ongenadige tand des tijds die alles vermaalt en vernietigt,
ook de grote kampioenen die soms eindigen als borstbeelden
op dorpspleinen  maar meestal haast allemaal achter
de coulissen van het groot vergeten verdwenen zijn.

Merckx op weg naar zesde Tourzege

In 1975 had ik noodgedwongen leren leven met de koersende lookalike
van Elvis Presley: bakkenbaardenkampioen Merckx die bijna
10 jaar lang als een machtige pletwals door het peloton raasde,
met een onstilbare zegehonger, een imposante reeks Rondes en
klassiekers op zijn palmares, slokop pur sang die vooral
op vlees was belust, een slokkerige kannibaal hors concours.
Ik supporterde mijn jeugd lang voor die andere reus, Rik Van Looy,
Eddy werd dus de onverbiddelijke opruimer van mijn idolatrie.
In Frankrijk raakten ze op hem uitgekeken en werden
in duistere kapellen en kerken driftig kaarsen gebrand
om hem geen alom verwachte zesde Tourzege te zien behalen,  
dat cijfer was not done na het kwintet van Monsieur Chrono:
maître Jacques Anquetil mocht en zou niet overtroffen worden.
In het voorjaar was er voor Merckx geen vuiltje aan de lucht,
in de lente vulde hij zijn reeds fors palmares aan met
-hou je vast- zeges in San Remo, Amstel, Ronde van Vlaanderen en
Luik-Bastenaken-Luik, een vierluik waaraan de zo bejubelde Pogacar
dit voorjaar met twee topkoersen een Sloveens duimpje mag zuigen.
In de Tour zou de alleenheerser van Meensel-Kiezegem wel
de kroon op het werk zetten, bijna niemand twijfelde
aan zijn zesde zege waarmee hij als de unieke gigant
boven het tegenspartelend peloton dwergen zou uitstijgen, 
op eenzame hoogte de koersende evenknie van de ‘Aigle Noir’
gezongen door de hemelse chansonnière Barbara.

Van lever tot kaaksbeen

De wereld draaide naast het verwachte Tourrecord wild verder:
het duister hart van tiran Franco viel stil, de gruwel Pol Pot liet
in Cambodja zijn Rode Khmers los op miljoenen schedels,
de Amerikanen verlieten met hun Stars and Stripes-staarten
tussen de benen Saigon en dumpten er hun laatste doden.
Dichtbij, in Charleroi, won de jonge playboy Francesco Moser
de Tourproloog, Merckx zou een week later in Merlin-Plage
heersen in de tijdrit en geel om de schouders krijgen.
Een jaar eerder had de Belgische wielergod nog de maat genomen
van de eeuwige tweede, de onverslijtbare Raymond Poulidor
die in Parijs op meer dan acht minuten volgde.
Na de vier gewonnen klassiekers zou Eddy de zesde Tourzege
als een rijpe gele vrucht in de schoot geworpen krijgen
maar er zaten een paar valse adders onder het gras
met als top van de onverwachte giftige spiraal de rit
naar de Puy de Dôme waarin een zekere Nello Breton
de Kannibaal in de ultieme klimkilometer een slag
in de lever toediende: Merckx kromp ineen van de pijn,
de dader zei dat hij door het supporterstumult
uit evenwicht was gebracht; Eddy hield er na een klacht
één schamele Franse Franc morele schadevergoeding aan over en
zou in deze Tour van de neergang nog een gebroken kaaksbeen
oplopen en puur op karakter in Parijs nog tweede eindigen.
Na Bernard Thévenet, de haastig klaargestoomde 
nieuwe chouchou van het chauvinistisch Molière-volkje
dat luid in alle voorhanden zijnde handen klapte.
Wat tot over de Belgische grens hoorbaar was.
Het land van Kuifje, Brel en pralines sleepte
met Rik Van Linden nog de groene trui binnen,
de absolute berggeit Lucien Van Impe kroonde zich
in Parijs voor de derde keer met de bollentrui.
Nederland eindigde met een kwartet ritwinnaars:
Cees Priem, Joop Zoetemelk, Gerrie Knetemann en
Amsterdammer Theo Smit die in Frisol-Gazelle-trui
zelfs twee maal de handen uitbundig zegevierend
in de kolkende en kokende Frans lucht mocht steken.
Theo die nu niet meer over de lippen gaat.

Piëteitsvol postscriptum 

De deze lente overleden Brit Barry Hoban won
in 1975 de rit naar Bordeaux, zijn stiefdochter Joanne
vertelde me ingetogen dat het zijn wens was om
boven Franse wijngaarden te worden uitgestrooid,
een stofferig symbolische einde van een renner
die vooral in Franse ploegen actief was geweest en
prat ging op zijn Tourritzeges en in de Gent-Wevelgem van 1974
waar  hij Roger de Vlaeminck en Merckx klopte in de spurt.
Laat me hier nederig een hommage brengen
aan deze warme en vriendelijke man en klasse-renner die me
een paar jaren terug in de koelte van zijn huis in Wales 
over zijn op de flanken van de Ventoux gesneuvelde
vriend Simpson vertelde, hij reikte me daarbij
de gouden WK-medaille van Tom aan terwijl zijn vrouw Helen,
-de grote wielerweduwe-, goedkeurend toekeek.
Merckx moest in de Tour van 1970 op dezelfde Ventoux 
na een helse rit aan de zuurstoffles en wordt straks 80.



(uit ts De Muur nr 89 Amsterdam juni 2025)


Tour d'Eddy

Die magische zomer van 69
heette mijn nonkel Edward plots Eddy
Tante sliep toen onder gele lakens
Maar het sprookje kreeg een staart
Grootmoeder maakte misbaar

zo waren ze niet getrouwd
Dus Eddy werd weer Ward

In die stralende zomer van 98
kreeg ik eindelijk wielerbloed
Mijn broer die nog had beklommen
de Mont Ventoux en Ganzenberg
druppelde mij in merg en been

Ik droomde van mijn eerste Ronde
had al kaartjes laten drukken
met daarop EDDY LEEFT

In deze zomer van het verlorene
(mijn lieve tante rust in vrede)
kom ik tot de ontdekking
De eeuwige Eddy heeft geen naam
Het geel zoekt telkens weer een lijf

trekt zich de lakens boven ‘t hoofd
houdt acht seconden lang de adem in

En o, de nekslag van het tussenpunt.





JENNO BERCKMOES IN DURBUY

België en zijn Tour kreunen onder de hitte,
ook Durbuy -het veredeld Blankenberge van de Ardennen-
snakt naar adem en zoekt verkoeling in de Ourthe,
alleen renners werken ook al klimt Celsius steil omhoog,
zij koersen zich het pleuris onder het verhit gejoel
waarmee supporters hen naar de eindmeet schreeuwen.

Een joviale jonge man wint, bijna een jongen nog
die de rijke krachten van zijn jeugd finaal etaleert
op een helling die aan Hoei en Geraardsbergen denken doet,
ver weg jubelt thuishaven St Lievens Houtem.
Jenno triomfeert met overdadige panache,
tranen rollen in een koppelrit met zweetparels
over zijn gezicht dat blinkt en schittert in de zon.
Met snel naast en rond hem het kussend liefje,
beelden die natrillen op elk romantisch netvlies.

Dit is wat koers zo schoon maakt:
de natuurlijke emoties van een jongen op weg
naar nog meer Michelinsterren op zijn palmares
dat zich met een rijkgevulde tafel begint te meten.
Het zwembad snakt naar adem wanneer de Lottotruien
van Alec en Jenno het water rood doen kleuren,
een Tabasco-pigment op de voorbije hete dagschotel.





Groot

Ze zijn geweldenaars, buiten de proporties,
grootheden van de hedendaagse wielersport.
De één gaat het duel der giganten aan 
met Tadej Pogačar, de ander vecht met Jonas

Vingegaard, ze zijn de toppers, op de toppen
van hun kunnen reduceren zij een volledig
peloton tot kleine jongens. Hun titanenstrijd
is mega, legendarisch, zij zijn Goliath en

Gogmagog, Orion en Hrungnir, enorm en
bovenmenselijk in hun prestaties, reuzen van
de regelmaat, hun kracht en hun souplesse

en hun koersinzicht zijn kolossaal, van
onderaf bezien verdienen zij louter adoratie,
de aller , allergrootsten van hun generatie.



 Uit Tête de la Course, verschijnt binnenkort)



 

Monumentenpoëzie

klik op afbeelding voor vergroting

Het lied van rose, geel & rood

 
klik op afbeelding voor vergroting

Mijn laatste voorspelling

De winnaar van de komende Ronde van Frankrijk 
zal een koele Deen zijn 
of een sterkere sluwere Sloveen 
gevolgd op verre afstand 
of minstens minuten en minuten 
door the best of the rest.




TOT STOF VERGANE GLIMLACH

-bij de dood van Ludo Dierckxsens-

Zou zijn kamer- en kaak-brede glimlach zich echt
in een saaie en stijlloze urne hebben laten kooien ?
Zo denk ik nu Ludo aan zijn laatste rit begonnen is,
hij die zijn ganse leven lang de mensen altijd en overal
gelukkig wilde maken, tot de dag waarop een benefietrit
zijn groot hart ongenadig stil deed vallen.
En met dat hart zijn fiets, zijn leven.

Ik zie nog hoe hij op een koude winteravond 
in koersstad Geraardsbergen aandachtig naar me luisterde,
poëzie was niet meteen zijn ding maar het boeide hem
hoe niet alleen in kranten over hem geschreven werd,
mijn lofzang op zijn dolle en bloedhete kampioenenrace
een paar jaar eerder in de schaduw van de Muur verwarmde
in het kleine oude zaaltje moeiteloos hem en het publiek.

Wat later staan we beiden met Guido Belcanto
- onvoorwaardelijke koersfanaat en Pantani-freak-
vol overgave te poseren voor wat nu geschiedenis is:
Guido kijkt ernstig, Ludo en ik duelleren om de breedste glimlach.

Rust zacht nu, kampioen, lach de eeuwigheid tegemoet.






Ludo Dierckxsens

Het is Vlaamse kermis, het is feest
als Ludo nog maar een keer demarreert.
Loyaal aan streven en aan strijd is hij
de baroudeur die de wielerharten verblijdt.
Nooit in te tomen wil hij altijd en overal door-
stomen. Om, vertrouwend op zijn derde adem,
finaal en geheel ouderwets kapot te gaan.

Vaak onbezonnen, en dus zelden gewonnen,
oogstte hij toch maar mooi het meeste
applaus, heeft hij de Prijs voor het Zwoegen
en het Eerlijke Zweet behaald. Zie maar,
onder die pet op zijn kale knikker, hoe hij
straalt. De smile breder dan zijn kaken,
een knuffelbeer in wielershirt.


Uit ‘Het perfecte Verzet’ (Pinguin Productions, 2006).




Einde van een tijdperk

Ogenschijnlijk vol valse adrenaline 
schoot de wielrenner in een stress
uit zijn toeclips een trage grimas over 
zijn verfomfaaide gezicht alsof hij liefde 
zocht in een sloot naast zich  

tranen persten te weinig water naar 
traanbuizen om zijn verdriet serieus 
te nemen behalve het kalf naast de koe 
dat als een versteend monumentje
langs zijn flanken stond vervolgens weg 
drentelde in een poging te begrijpen  

waarom de zeemleren broek
 van de renner in flarden aan de dikke dijen 
hing relikwie van verloren hoop en razernij
botte pech en sfeerloze anonieme eenzaamheid 

hij was verliezer van het leven in een beperkte wereld
die hem insnoerde in liefdeloosheid en eenzaamheid  

de druppel die de zware zinken  emmer voorgoed had doen overlopen


Giro 2025 Killed by a bee sting

Een vrachtwagenongeluk waarbij miljoenen honingbijen zijn vrijgekomen, heeft geleid tot waarschuwingen in het noordwesten van de Verenigde Staten. De politie heeft mensen opgeroepen het gebied met de zwermen insecten te vermijden. 

‘250 miljoen bijen zijn nu los’, schreef de sheriff van Whatcom County op Facebook. ‘Vermijd het gebied vanwege de kans op ontsnappende bijen en zwermen.’
Wegen in de regio, die aan de grens met Canada ligt en op slechts 48 kilometer van Vancouver, zijn afgesloten. Zo’n 25 imkers helpen met het laten terugkeren van de bijen.

2 bijen van Team Honey Lease a Hive 
zijn gespot op de Colle delle Finestre
in de finale van de koninginnenrit.





Giro 2025 Je weet nooit

Je weet nooit of vriendschap 
je de berg op helpt

Isaac en Giulio dollen met elkaar
delen vuistjes

Vandaag de achtbaan?
Of de drieste stierencarrousel?

Het is de morgen 
van de blije vogeltjes 
de trillers in de binnentuin 

Een adelaar hangt al
aan de zon

Het is goed een deel te zijn
van een verhaal
Er is nog tijd voor koffie





Giro 2025 Forza Fortunato

De stenen zijn tijd 
die je nog kunt ontginnen
lapis lazuli

Er zijn heilige dorpen
Er is een rode stad 
met rode zuilengangen

Je kindertijd begint pas 
wanneer je de huizen verlaat 
en de heuvels beklimt

Er is het ridderspoor
Er is het duizendschoon

De hemel is een blauwe spiegel
Je hebt geluk
Je draagt een blauwe trui.





Giro 2025 Paso doble

Gelukkig als de stieren
in de straten van Pamplona
op het feest van San Firmin

Torito danst de paso doble
stier en matador vechten 
in één overmoedig lijf

terwijl een oma op haar balkonnetje 
de was te drogen hangt

witgoed roze kleurt 
uitkijkt op het dorpsplein.





Giro 2025 Vogeltje-op-de-kruk

Eigenlijk zou de renner moeten winnen 
die het allermeest van bloemen houdt

Vogeltje-op-de-kruk schudt 
lila-roze bloemen

maar het leven is niet altijd eerlijk 
op gladde wegen
in een te scherpe bocht

Het houdt op met zachtjes regenen
Bleek bosvogeltje duikt 
in paarse klaver.





Giro 2025 San Valentino

Drieduizend jaar feesten met de dood 
maakt je veel sterker in het leven

Doodscultuur wordt Mexicanen
van bij de geboorte bijgebracht

De dood is suikerzoet en eetbaar
Er zijn suikerschedels
in wel duizend schitterend kleuren

Er is het heimwee 
naar ongekende roze hoogten

Isaac Del Toro zoekt zichzelf 
in de beklimming 
van het onvoltooide

Een lieflijk skelet vecht met San Valentino 
zoekt dijbeen, hartspier, polsslag.





Giro 2025 Een rustdag vraagt om goede wijn

De kurkeik, de lage zich uitspreidende 
met dikke gedraaide takken
wordt heel langzaam volwassen
Hoe vaak moet je draaien met de wind 
om het kind zijn te verliezen?

Hoeveel fraaie namen kan je geven aan de wind?
Bokkenpruikwind
Coiffure de l’est
Coiffure occidentale
Grote Onruststoker
Flierefluiter, Pierewaaier, Tureluur

De kurkeik kan voor het eerst worden ontschorst 
nadat hij ongeveer twintig winters heeft gedeeld 
met wijnhandelaars en stierenvechters

Isaac Del Toro is 21 jaar
De kurk is uit de fles

De kurkeik kan gemakkelijk 250 jaar worden
Hij ontwikkelt een enorme kroon.





Giro 2025 Ossuarium, Monte Grappa

Het zijn altijd de dichters 
die sterven aan een mateloos gebruik 
van alcohol en een teveel aan wartaal

Wij renners moeten wel harder beuken
bewegen als een leger grenadiers
en vurig sterven in de aanval 

Je kan haast niet ontsnappen
aan zoveel hallucinaties
nagelaten sonnetten, denkbeeldige elegieën 
over gevallen helden in de strijd

En toch, je moet geloven in de reïncarnatie
Een man loopt tussen de brandnetels
met een opgezette vos 

Er is de roze schaduw van  El Zorro
De overwinning van de kleine bloemen.






Giro 2025 Allez Roger

Er is ook een leven tussen de distels 
langs de kant van de weg

Er zijn de dode wielen
en de dans van Pinarello’s 
twist van karmijn, vermiljoen en mandarijn
Turner, Tarling, Heiduk

Er zijn de ogen van kamille
en de kracht van melancolia

De sleutel van de velden 
ligt in de kindertijd
koekoeksbloemen, rode klaver

Cycles Peugot Michelin





Giro 2025 Ay! Ay! Ay!

Het is een pijn die je voelt in al zijn hechtingen
Haagwinde rankt op blinde muur
Er is een breekpunt 
dat nieuwe sporen maakt

Ay! Ay! Ay! Ayuso
Je slaat drie spijkers in de moerbei 
gijzelt afgetrainde lijf

Je maakt een knieval 
voor de vermoorde dichter 
van het verdrukte en vertrapte

Ay, voz secreta del dolor oscura 
Je verbijt de pijn
klampt verder aan.





Giro 2025 Vluchten kan niet meer

Er zijn de tranen van de cipres
Er is het verdriet van blauwe regen
Er zijn de regendruppels op de witte trui 
van Andrea Pietrobon
met bloedrood logo
VISIT GAZA
Er woedt een oorlog achter hem

Er zijn diepe groeven in het landschap
Het regent op de vlier

Er rolt een witte steen doorheen het oproer
Wat volgt is louter Kooij-gevecht.
 




Giro 2025 Numero 223 innocente

Terwijl er ook steden bestaan
als San Pellegrino Terme, Vichy of Spa rood
rijden de renners verder van de bron
langs een uitgedroogde rivier

Er zijn de waterdragers
Er is de Golf van Mexico
De Zee van het Moreel Bankroet 

maar renners dragen rugnummers
doorweekte etiketten
(Noblesse Victorious 4,5 %)
(Tudor Blackberry Stout 6%)
geen schuld 
aan de wreedheid van de wereld
bij de beklimming van de San Pellegrino

Alleen de gelukkige (il fortunato) wint 
The sadness of the Gioconda Smile.





Giro 2025 Tijdrit van de klokkentorens

In de allerkleinste fractie 
van een versplinterde seconde
is nog alles mogelijk

Het landschap is nog aangelijnd
Een wervelwind gaat liggen onder een triomfboog
Een toren staat een beetje scheef

Een raket dreigt in te slaan
nabij een ziekenhuis

Een stierenhoofd moet nog op het hakblok

Del Toro tekent in de regen 
een Z in gladde stratenplan 
als een roze Zorro
op zijn Colnago horse 

Er is nog een vloedgolf van seconden
Groen ontspringt aan de toren
maar de wereld houdt de adem in.





Giro 2025 Giro della luce

Als kind wou ik werkelijk schofterig 
sterk worden
maar ik bleef een bleekgezicht
op witte wegen
volevo essere un duro
een witte ridder zonder harnas
een renner zonder valhelm

Ik viel graag uit hoge bomen
maar een omgehakte eik 
werd meteen mijn huisdier
(ik noemde hem El Toro)
Hoe ruw is de wereld

Ik ben nog altijd bang in het donker
maar ik sluit dapper mijn ogen 
op een bestofte weg tussen de cipressen
non sono altro che Lucio, Lucas, Luke

Gebrande omber is het nieuwe goud 
en de wind huilt naar een stier.





Giro 2025 Giro di Donaldo

Ik heb in mijn hoofd nog de zon 
en Domenico Scarlatti in mineur
om verder onheil af te weren 

En dan stel ik me plots voor
het zonnekoninklijke lijf van Donald Trump
in de maglia ciclamino
Zelfverrijking wint 
van mensenrechten en natuurschoon

Vanaf kilometer nul
proberen om de beurt
de dwangarbeiders van de weg:
de Steinhausers, de Keldermannen
de Fortunato's
te ontsnappen aan zijn Force Majeure
en zijn oranje schaduw

De zon zinkt bloedrood 
in een glas Verdicchio di Matelica..






Giro 2025 De egel en de arend

De pimpelmezen op mijn terras 
zijn zo luidruchtig
Er staat iets te gebeuren

In de Abruzzen schuift Arensman
in en uit zijn schaduw

Vogels hebben de woorden 
overwonnen 
maar blijven bekvechten
het is een lange strijd 
om bergen te verzetten

Een engel schudt zwarte veren 
zingt toonvast over vrede
'I choose the light'
en stapt over kinderlijkjes

Arensman zet stekels op

Een berghond uit de Abruzzen 
wordt springend hert
in een groep van jonge wolven
'I choose the fight'

Arensman klapt vleugels dicht 
Er staat iets te gebeuren.





Giro 2025 Taco taco

Er is altijd de dreiging van de vulkaan
De dwaas met strijdvlag 
die plots de weg oversteekt

Het gehoornde dier  
de taco taco carruozzo
in de ontsnapping

maar na de grote aanslag
bevrijd ik alle wilde bloemen 
uit hun gouden kooien 

vogeloogjes, hoornviooltje
grote klaproos, korenbloem
en hun geleerde lotgenoten
Lotus Corniculatus
Matricaria Inodora

in volle vreugde

op het jaagpad in de regen

Geen winnaars, geen gewonden.




Giro 2025 Primoz regulus regulus

Ik heb een goudhaantje 
gehouwen uit een rots 
dat ik leerde klimmen 
als een slechtvalk
opdat het zou geloven 
in de hoogste berg

sri sri sri sri iii

verliezen
zijn droefgeestige blik

Ik leerde leven als een vluchteling
gehouwen uit een rotsblok 
rolde ik alle kanten op
in het geloof
mijn bergen te verzetten

sri sri sri

Ik heb de knip in monniksoog 
de schittering
voorbij het hoogste punt
van het gebed 

van torenvalk en wilde wingerd.





Giro 2025 Giro delle Campanile

Wij planten onze barokke kuiten 
in de hak van de puntige laars

Wij vliegen naar de klokkentorens 
het blauwe van de hemel geschilderd op de zee
nel blu dipinto di blu
Wij zetten alle zeilen bij, herschikken onze pluimen

Er zijn witte steden gebouwd op witte steden
Wij zijn de architecten
Wij zijn het olijke duo Zijlaard en Pluimers
Wij plannen onze hoofden 
in het zenuwstelsel van de ornamenten
spiraalvormige zuilen, frivole waterspuwers
balustrades, geveldriehoeken, druivenranken
ter voorbereiding van de sprint

Wij trekken de wildste lijnen 
wij ranken in elkaar

Alle putti en putdeksels aan een zijden draadje 
behoed ons voor de val.





Giro 2025 Primoz

Wij zijn tijdreizigers
wij dalen af in de seconde
en dieper nog
in de 24 honderdste
van de seconde

Wij duiken in het lichaam 
van de skischansspringer
de fragiele astronaut
de overlever
van een aanslag

Wij zijn het allerkleinste deeltje 
van een wereld in beweging
en delen in de winst

Wij zien roze sneeuw.





 

Giro 2025 Rit 2

Gewoon op één vaste plek 
rustig blijven kijken 
is mijn manier van reizen
zegt de dichter tot het moerbeiblad

Hij zit op zijn pontificale stoeltje 
als op het startblok
reist doorheen Suzanne met de Schone Ogen 

terwijl om twee na twee exact 
vanaf een bloedrood veld
met tweekoppige adelaar
Gijs Leemreize  
zonder verblijfsvergunning
de drukke stad induikt
naar een muur van papavers

In Kasjmir draaien bloemen hun verschrikte ogen
De Golem wordt weer een brok leem  
De rennersbenen lopen leeg.





Giro 2025 rit 1

Nabij Golem in Albanië 
werden de eerste wielrenners 
gewekt uit leem 
Leemreizigers 
met namen van pausen of obers
Francesco's, Fillipo's, Jacopo's, Manueles

slingeren in langgerekte, vloeibare vormen
boven de rivieren
weg van de Adriatische Zee
de bergen op
terwijl een eenzaam paard
graast tussen de ruïnes

Vlakbij het oorlogsmuseum 
verbijten zij zich tot oude krijgers

gijzelaars van een aangekondigde val.





 

BRAM DE ONVERWOESTBARE TANK-INK

In zijn naam zit de kracht van een leger verpakt,
Bram die post factum zalig verdwaald is geraakt
in het Ardens Von Rundstedt-offensief dat de Duitsers
zuur zou opbreken, de renner echter ging 
niet,nooit ten onder als de super gregario,
op hem kon je een huis bouwen: oersterk, betrouwbaar,
nooit mopperend, steeds met de gulle glimlach
waarmee hij nu gravelwedstrijden inkleurt en
zijn taaie body op volle toeren laat draaien.

En vergeet niet: acht keer knechtend de Tour uitgereden,
telkens na drie weken lang hard labeur voor de kopman,
ook in de klassiekers ging Bram op smalle rubberreepjes
als een barmhartige Samaritaan altruïstisch aan de slag,
een simpel schouderklopje volstond voor hem.
En steeds met dat ontwapenend en plezant smoeltje
als open venster op al wat positief is in het leven.

Zo zie ik hem ook vandaag nog stralend door het leven gaan,
de eeuwige positivo met het sterke hart op de juiste plaats,
met oog voor duurzame energie waarmee hij ook 
in zijn eigen lichaam gezond sportief bezig blijft.


Barry Hoban

(°5 februari 1940+19 april 2025)

De glans van een rijke ritzegereeks in de Tour zit
nog in zijn oog dat speels de wereld vat
in levensritten die niet altijd over rozen gaan
maar als hij uit zijn rijke retro-voorraad put
gaan zijn forse handen heftig in de lucht zoals
op die gloriedag in Wevelgem toen hij de scalp
van de grootmeesters Merckx en De Vlaeminck
met panache en big speed aan zijn gordel hechtte.

Hoban-Simpson, een miniploeg die vooral
op die Spaanse wereldkampioenschapsdag 
met Brits flegma uit de koershoek kwam,
San Sebastian en Lasarte zouden na die
glorieuze septemberdag van 1965 voor altijd
met sterke Albion-tinten worden ingekleurd.
Wat Barry twee jaar later met zijn vriend 
gebeuren zag tekent nu nog elke dag zijn leven,
de Ventoux nam maar gaf alleen de dood terug,
Tom werd er martelaar en maakte wie achterbleef
getuige van een strijd die niet te winnen was.

Barry werd de ultieme steun voor Helen en
voor de meisjes ook de nieuwe vader die met zorg en liefde
de grootste pijn uit de verlaten harten deed verdwijnen,
een man die nu graag gekoesterd wordt in de rust
die hij in het immer groene Wales gevonden heeft,
hij, de rots in de branding van het genadeloze drama.



Gedichten over Tom Simpson/uitg. De Muur 2017


 

Koers.

De hellingen moeten omgeploegd zijn.
De gezichten opgewonden en blozend.
De regen en de modder moeten kleven.
Wij moeten roezemoezen bij het bier.

En kijken: uit een verre horizon
barst met het temmen van Kwaremont, Pater
en Koppenberg, een vonkenregen van adrenaline los.
Zo wild, zo helder, zo rücksichtslos

en met de veerkracht van een Citroën DS grand cru:
ze zijn daar! Zwevend boven de keikoppen
van de Vlaamse koers der koersen:
andante, con brio en dan marziale, passionata,
resoluto.

Kom, zie en overwin.



klik op afbeelding voor vergroting



 

BIDON PRISON

Mathieu Van der Poel krijgt op weg naar 3de zege
in Roubaix een volle drinkbus vlak in het gezicht

Ik weet: dit zinkt weg in het niets als je bedenkt dat
gruwel Poetin haast op hetzelfde moment met Soemy
een zoveelste Oekraïens bloedbad aanrichtte en
duivel Netanyahu in Gaza een hospitaal bombardeerde,
maar laat me hier toch ook de onverlaat aanklagen
die Mathieu Van der Poel losjes uit de criminele pols
een knalgele drinkkus vol in het gezicht slingerde en
de softe opa Poulidor deed keren in zijn graf.

Wat bezielde dit crimineel sujet, waarom kickte hij
op een daad die puur misdadig is en die hem
de neerwaarts gerichte Romeinse keizersduim opleverde
in deze arena waarin supporters op puur genot uit zijn en
de gladiatoren van de fiets onstuimig toejuichen ?
Wellicht kwam de drinkbus uit een dronken hand
waaraan een man zat vastzat die wel nog voldoende
uit zijn ogen zag om zo precies te kunnen mikken.

Straf deze gevaarlijke gek, dit ongeleid Trump-projectiel,
laat hem zonder bidon een behoorlijk tijdje sudderen
in het prison, op water en droog brood als te milde straf
voor deze onvervalste koershooligan en pretbederver. 






In de hel van het Franse noorden met die oude Vlaamse oorden

voor Willie Verhegghe, de laatste rijmende Flandrien

Hij valt en vloekt, bezweert de wielergoden 
en demarreert. Hij slikt en snuift, hij hijgt 
en maakt een plas of urineert.
En vanaf de start glijdt hij over de wegen 
tot op de Pevelenberg of staakt de strijd in Hem.  
Hij klimt haastig over een bareel aan een 
verlaten verroeste spoorlijn, komt te laat
voorbij Arenberg of bij die bocht aan De Boom. 

Hij stampt en schakelt, raakt danig bevuild 
en huilt als een kind dat vecht tegen de wind, 
het stof, de regen met die harde helse keienstenen. 
Hij wint geen koers en is geen prijsbeest.
Hij is het knokige koersbeest dat blijft jagen
op het glas van mijn breed panoramisch scherm 
en dat elk jaar weer die zondag domineert
alsof ikzelf daar sta en staar vanop een berm.    


  

MATJE

Hij moet wel een heel lieve jongen zijn want
waarom zou de anders zo strenge papa Adri hem
met de regelmaat van een tijdritchrono
vertederend ‘Matje’ noemen, een verkleinwoord
dat de wielerreus tot een braaf ventje herleidt ?

Deze wondere mix van Poupou en Van der Poel
die de genetica alle eer aandoet en een renner
op de koersscène heeft gezet die als een Hovercraft
alle hindernissen neemt, een coureur samengevat
in een body die bulkt van krachten, met dijen om
U tegen te zeggen, met daarbovenop een kopje
dat nooit het hoofd verliest en met zijn pedaalslag
alle tegenstand op een schlemielig hoopje rijdt.

Modder, kou, regen, hitte, kasseien en zuigend asfalt:
een calvarie van eindeloos lang uitgerekte kilometers
die nederig het hoofd buigen voor dit fenomeen
dat als een pantserwagen door het landschap klieft,
op Vlaamse wegen omringd met knikkende knotwilgen,
in le Nord de la France met schachttorens van mijnen
die bewonderend hun ijzeren koppen voor hem buigen.

Koester deze renner, Hollandse broeders van de fiets,
leg hem van het veld tot het ovaal van Roubaix in de watten,
beleef hondstrouw supporterend zijn wondere exploten.



 

Cauberg

In z'n dromen
ligt iedereen hier
alleen op kop

tussen rijen
dik applaus

danst men
ongenadig
soepel

naar 
de top



klik op afbeelding voor vergroting



Wisselvallig

klik op afbeelding voor vergroting
 

Kampioen van eigen kweek

voor Paul van de Walle

Keurig op een rij voor de koers
die het dorp met adrenaline vult:
kijk naar het beenhouwerscollectief
dat de voorbij stormende kampioen
vol bewondering en enthousiast begroet,
er is er zelfs een met de voet over de stoeprand,
‘n ander een en al aandacht vanachter de vitrine.
En dan de vrouw die sierlijk gehurkt
mooi zit te zijn en Wout zo zou kussen.

De tricolore trui als blikvanger
van dit exquis idyllisch tafereel:
een sportief samenspel van supporters en
de gefocuste renner die na de koers
als kroon op het zegevierend wielerwerk
een sappig stukje lamsvlees geserveerd krijgt.











































Bij de inhuldiging in Kluisbergen: Willie Verhegghe en de Amerikaanse 
sportfotografe Ashley Norris Gruber. Klik op afbeelding voor vergroting.

In het oog van de lente

ik koers alleen met draaiende meewind 
laat de wintermuts verwaaien aan het droogrek  
zo houd ik het talmende lenteoffensief in het vizier
vaak is niets zoals het lijkt in de sprakeloze winterkamer 

de buitenstoelen stellen zich als de wiedeweerga arrogant op 
voorzichtig zei ik nog: ze krassen rijkelijk heen en weer 
op de planken van het terras zonder camouflage

de betweters met hun bladblazer vormen de eigen zijlijn
zij brullen door alles heen en verklaren de oorlog
aan opwaaiend zand 
een breindefect dat misschien over de grens te genezen valt    
je betaalt de prijs voor wat je wenst 

aan de rand van de eenzame vlakte staat de wilg
de stramme man, rimpels als valleien, ruw uitgesneden gaten 
het knotten is gelaten voor wat het ooit waard was
niemand die nu nog vuile handen wil maken 

mieren monsteren de klimmuur op mogelijkheden 
magere takken als waterloten deinen op de gedraaide wind 
de een na de andere renner grimlacht en versnelt
over de uitbehandelde rode lijn 

kom, ik ontwaak 
ik peddel verder en kijk niet om


Fietsen maart

De jonge filosoof Emil Cioran fietste na de oorlog doorheen 
heel Frankrijk zoals in de Tour de France. 

De dichter Jan van der Hoeven en de romancier Paul de Wispelaere 
fietsten samen als sportieve vrienden naar het zuiden van Frankrijk.

Mijn oude flinke nicht Hilde (haar moeder was de zus van mijn vader)
fietste nog verleden jaar zomaar van Brugge naar Berlijn, en verder.

Fietsers fietsen altijd maar verder tot waar de verte verdwijnt. 


Leeftijd

Inderdaad, ik had een volgend doel
na Galibier, Stelvio en Hautacam

denk dat het er niet van kwam
omdat ik zo oud ben als ik me voel


Wim ten Heuw

Tour de vie

Droeg ik één dag, één uur Uw gele trui? 
was ik ooit moedig in het demarreren? 
joeg ’k ooit een sprint geheel te Uwer ere? 
of was ik altijd weer te laf, te lui? 

Was ik een helper of een favoriet? 
was dit misschien de finish van mijn streven; 
dat ’k zelf wou glanzen, schittren, om het even 
tot wiens totaal, tot wiens finaal krediet? 

Ik was een slechte renner op Gods baan, 
ik had een hekel aan het zware trappen, 
mijn klassement hing meestal onderaan. 

Roem, bloemen, nam ik wèl, maar bandjes-lappen 
en knechtswerk, ben ’k, als ’t even kon, ontgaan. 
Wees mij genadig , Heer, in de eind-etappe. 


Croix de fer

En zo gebeurt het dat je op een dag
een man geworden bent die op een fiets
een berg bedwingt. De Col de la Croix-de-Fer 
is de naam. Water stroomt de helling af,
sneeuw glimt in de verte in de zon.

Het landschap beneemt de adem, slijpt zich
in de ogen vast, benevelt je als de gedachte
in een droom. Herauten als Ignolin en Camellini
zijn ons voorgegaan. Coppi en Bartali, ook zij
reden ooit de Barrage de Maison voorbij.

Stuur, asfalt, spieren, oog. Alles afgestemd!
De weg die klimt sloopt wat je voor het laatst
had opgespaard. Het leven hier heeft aan zichzelf
genoeg. Een intens geluk is het om voor eeuwig
en een dag in dit decor een figurant te mogen zijn.


Paul Rigolle

O, o Justine Ghekiere

Ze was al redster op het strand van Knokke
en nu is ze ook nog renster op twee wielen 
over alle harde wegen van gravel en keien, 
van asfalt, zand en macadam. 

Ze is klein van gestalte maar na elke zege 
lacht ze al als een grote vedettemadam. 





FEM VAN EMPEL, FEBRUARI 2025

Nee-schuddend komt ze over de meet,
Nee, nee, nee, dit is te erg.
De overwinning kan de pijn niet verzachten,
De werkelijkheid vervaagt in de diepte van de hel.
Gebogen hangt ze over haar besmeurde fiets uit te hijgen.
Er gaat eerder verdriet van haar uit dan vreugde,
Eerder woede dan voldoening.
Ze moet met haar linkerhand haar hoofd vasthouden
Om niet flauw te vallen.
Haar wielen vol vette smurrie zijn de stille getuigen 
Van haar tocht door de onderwereld,
De spatten op haar gezicht - het bloed van de modderstrijd.
En dan ook die interviews nog direct.
Soms wordt ze liever vierde 
Dan als derde de eindeloze reeks 
Zwakzinnige vragen te moeten beantwoorden 
Van de Vlaamse televisiereporter,
Die denkt zijn werk goed te doen.

Hoe voel je je nou?

Maar dit is het wereldkampioenschap,
Dit is iets anders, dan moet je wel,
Dan moet je winnen, ten koste van alles.
Een engel moet op wolken leven,
Ook al zijn ze soms donker en drijven ze af
Naar streken waar je nog nooit bent geweest.

Haar mentor, de oud-wereldkampioen 
Uit hetzelfde Brabantse dorp,
Kalend en gegroefd, slaat zijn arm om haar heen,
Teder, beschermend, bewonderend.
Ze begrijpen elkaar.
Verlegen kijkt ze naar hem op.
‘Ik wil niet met mensen praten,’ zegt ze.






Februari

De Vlaamse akkers
dampen van verlangen - waar
blijven de coureurs


Miel Vanstreels