week 3
Rust in de Tour
Onrust in de wereld
Terwijl de tweede rustdag in de Tour wordt aangewend
om renners op te lappen en wat extra zuurstof te bezorgen
op weg naar de zware loodjes van de derde week
woekert in de wereld het grote gezwel genaamd geweld:
Oekraïne en Gaza blijven bloeden uit duizenden wonden,
zelfs kinderhospitalen ontsnappen niet aan de gruwelspiraal,
baby’s gaan als roze splinterbommen de lucht in en
achter dikke muren broeden generaals en presidenten
op nieuw vertoon van hun demonisch genot,
ik hoor hen lachen in de luxebubbel van kaviaar en champagne.
Journalisten dopen dan weer hun pennen in een oor
dat republikeins bloedt en bijna heilig wordt verklaard:
de dwaze en supergeile top-gek van deze wereld lacht,
vloekt in zijn gebalde vuist en loopt met een hoofdverband
waarmee Van Gogh zijn gekte met olieverf kleur gaf.
Amerika wankelt als een grote zieke man,
Vincent kwetste alleen zichzelf en zei verder niets.
In de arena van Nîmes
De intussen welhaast helemaal vergeten Theofiel Beeckman,
mijn stadsgenoot die honderd jaar geleden
zijn pezig en getaand lijf -zo leren me de zeldzame foto’s-
hier als eerste over de eindmeet duwde
ziet nu van uit het wielerwalhalla sprinter Filipsen
gepiloteerd door een onbetaalbare Van der Poel
met een medaille om de hals op het podium staan.
Met naast hem een hemelse Miss die evenwel
niet meer mag kussen of gekust worden.
Wat staat die daar dan te doen, vraag ik me
ouderwets erotiserend maar terecht af ?
In de schaduw van zijn Romeinse arena stuurt Nîmes
een paar renners tegen het glad rondpuntasfalt,
Biniam Girmay op kop, de zwarte gladiator
met fel rood bloed op de groene trui.
epiloog naar 16 juli 1964
Ergens, in het broeierige Spanje dat zijn EK-overwinning
nog dagenlang zal laten nazinderen in cavabubbels en
rijke schotels fijngesneden Pata Negra-hesp
viert El Rey Miguel Indurain vandaag zijn 60ste verjaardag.
Ik supporterde intens voor deze stille vijfvoudige Tourwinnaar.
Omdat hij zo ’n sierlijk renner was en dezelfde voornaam had
van mijn overleden zoontje, ik beken, hetzelfde geldt trouwens
maar dan in een pijnlijker sfeer voor de verguisde Armstrong
die ik blijf bewonderen omdat hij na kanker terugkwam
op het hoogste niveau in de zwaarste sport.
Ik sprak met hem over mijn Miguel en de ongenadige ziekte
die hem klein kreeg, de stilte van Lance was oorverdovend en
trilt nog elke dag na in mijn trouwe en naïeve koerskop.
Richard Carapaz Leeuwenhart
Met het woord vrede in de naam en indiaans bloed
een absolute hoogdag beleven in het wielergebeuren
dat op nummer een staat in de wereld-ranking:
Richard Carapaz, eenzaam ver van zijn familie
die in Ecuador nu beslist een feestje bouwt,
na het Olympisch goud een derde hoogtepunt
want de Giro-winst mag niet worden vergeten.
Mijn buur Laurens De Plus toont zijn sterkte
op een parcours dat geen genade kent,
bergop bergaf, een spiegel van het leven
dat in Frankrijk drie weken lang alles overheerst.
Over de Dender hoor ik de jubel van mama Vera en papa Geert.
Dit jaar alweer een aardrijkskundige parcourskronkel
met na de Alpen en Galibier de Pyreneeën,
een aller-retour want daarna weer de Alpen.
Neen, dit is geen Tour de France meer
maar een vierkante Ronde die vastzit aan het geld
dat gulzig wordt geteld door de familie Amaury.
Gustaaf, Vic-baby in the blue sky
Victor Campenaerts, een echte koestercoureur,
speels, aanvallend, het grote hart op de tong en
voor altijd houder van een werelduurrecord.
Plus op de handen gedragen door de ploegmaats
die zich laven aan zijn onuitputtelijke grinta,
een oer-renner uit de goede oude doos,
nog eenzaam koersend zonder hippe zonnebril,
met kuiten van porfier om U tegen te zeggen.
Vandaag in Barcelonnette de mooiste ritwinnaar
van deze Tour, alom tranen en emotie,
recht uit het gloeiend warme rennershart.
Met als ultieme toegelaten doping kleine Gustaaf,
amper op deze wereld maar nu al heerser
in the blue sky die zijn pasgeboren vader
bij zijn geboorte plots aan de hemel zag verschijnen,
zo leert mij het interview meteen na de aankomst.
Met vandaag nog als toetje op de landschapstaart
de erotiserende rotsen van Les Demoiselles Coiffées
die Victor kussen op hun granieten podium.
En vanavond een Tournée Santé in Café Mombassa.
En danseuse
De hemelhoge La Bonnette bood geen vertoon
dat correspondeerde met zijn hautain rotsenspel,
geen demarrages die de koers deden ontploffen,
geen grote namen die plots werden gedegradeerd
tot zielig zwalpende mannetjes op carbon.
Maar dan, de ultieme klim naar Isola 2000
waar skifanaten onder de gesmolten sneeuw
op een nieuwe harde winter hopen:
plots schiet de kanariegele leider als een raket
en danseuse weg van zijn lanceerplatform
dat door ploegmaats naarstig werd opgebouwd,
het kleine molentje trappend waar de Texaan
een patent op had, verontrustend moeiteloos
als je vergelijkt met de spartelende rivalen.
Waar eindigen de krachten van deze man,
vraag ik me af, waarom steekt hij zo
met kop en schouders boven iedereen uit,
waarom ziet hij er nooit echt vermoeid uit ?
Misschien viel hij wel samen met Obelix
in de toverdrank, misschien…………..
Col de Couille (Couillole)
Een testikel voor de lol, deze kloteberg die haast
met een klassiek gebaar een grijze muis baart.
Of beter: de kroniek van de aangekondigde demarrage
van de monotoon uitgedoste kanariegele kannibaal
die nog eens alle feestschotels leeg eet en er voor zorgt
dat in zijn spoor alleen voor kruimels wordt gestreden.
De moedige Jonas en Remco volgen in een slipstream
die niet van deze wereld is: spanning zero-nul
omdat je op kilometers van de eindmeet weet
wie straks zijn zoveelste nepleeuwtje ontvangt.
Dan maar braafjes voor het scherm gaan zitten
met het oog op royaal landschappelijk moois
met dorpen en stadjes die gulzig genieten
van wat de omringende natuur hen te bieden heeft.
Met als lichtjes morbide toetje op de Tourtaart
de afdalingen langs ravijnen die zich verslikken
in de gevaren die zij zelf zo overdadig etaleren,
achter relingen en boordstenen die wegens te laag
de renners bij een val alleen maar katapulteren
naar het wachtend hospitaal of de drummende dood.
Een mondain slot in Nice
(Bij ons is het nationale feestdag met een koning
die zijn opgedirkt gezin klassiek te grabbel gooit
voor het volk dat op tricolore spektakel is belust.)
Een Cöte d’ Azur-tijdrit als slot van de Tour:
piëteitsvol denk ik aan le professeur want
zo werd de betreurde Laurent Fignon genoemd,
de sierlijke coureur-Parisien met strogeel haar en
een altijd glanzend ziekenfondsbrilletje,
in 1989 finaal fataal abnormaal geklopt door
een pokdalige Yankee met een ossenkopstuur
dat zo maar uit het niets van een fiets-abattoir
over de kasseitjes van Parijs en de Tour rolde en
de chronorit zo voor een deel vervalste.
Je vous salue de tout mon cœur, Laurent.
Nice verdwijnt na de arrivé achter de coulissen
van een zware Tour met als slotakkoord
de moed van een bijna gans gerepareerde Jonas,
de mooie jongenstranen van een ontroerde Remco en
de fenomenale frisheid van een super-gele Tadej.